verplichte BA-verzekering

De verplichte verzekering burgerlijke aansprakelijkheid (BA): wanneer wel en niet

De laatste jaren hebben verschillende alternatieve vormen van mobiliteit hun ingang gevonden in het wegverkeer. De elektrische fietsen, steps en speed pedelecs zijn niet meer weg te denken uit het straatbeeld. Het juridisch landschap diende zich aan deze nieuwe vormen van mobiliteit aan te passen.

De vraag rijst o.a. naar de verzekering van deze ‘nieuwe’ manieren om ons te verplaatsen.

Het antwoord op deze vraag is te vinden in de wet betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, de zogenaamde WAM-wet.

De WAM-wet bepaalt dat in België enkel motorrijtuigen zijn toegelaten waarvan de burgerrechtelijke aansprakelijkheid verzekerd is. Een motorrijtuig wordt daarbij gedefinieerd als ‘een rij-of voertuig, bestemd om zich over de grond te bewegen en die door een mechanische kracht kunnen worden gedreven, zonder aan spoorstaven te zijn gebonden’.

Een strikte lezing van deze definitie, had ertoe geleid dat elektrische fietsen, rolstoelen, steps etc. ook onder de verzekeringsplicht zouden vallen.

Dit werd verhinderd door een wetgevend ingrijpen in 2019. Een nieuw artikel 2bis werd toegevoegd aan de WAM-wet, waardoor motorrijtuigen die door mechanische kracht niet sneller dan 25 km/u kunnen rijden, niet verplicht verzekerd dienen te zijn.

Een wet zou echter een wet niet zijn, waren er geen uitzonderingen. Een bromfiets klasse A, die ook maximaal 25 km/u kan rijden, dient immers wél verplicht verzekerd te zijn. Men achtte een bromfiets namelijk gevaarlijker door de combinatie van zijn snelheid en massa.

Een wetswijziging van februari 2021 bracht nog een bijkomende uitzondering met zich mee. Het criterium van de snelheid maakte dat toestellen zoals kraanwagens, heftrucks etc. niet verplicht verzekerd zouden moeten zijn. Dit ging echter in tegen de doelstelling van de wetgever. Art. 2bis werd dan ook nogmaals aangepast in die zin dat ‘motorrijtuigen die voor andere doeleinden bestemd zijn dan het zich enkel verplaatsen’ ook verplicht verzekerd dienen te zijn.

Bij wijze van overzicht:

  • kan een voertuig zichzelf voortbewegen en kan het sneller dan 25 km/u rijden: verplicht BA-verzekering af te sluiten door de eigenaar.
  • kan een voertuig zichzelf voortbewegen, maar kan het niet sneller dan 25 km/u rijden: geen verplichte BA-verzekering nodig.
    Uitzondering hierop:
    – de bromfiets klasse A
    – de ‘werktuigen’ (motorrijtuigen voor andere doeleinden dan enkel verplaatsen)

In een arrest van 28 januari 2021 heeft het Grondwettelijk Hof het onderscheidend criterium van 25 km/u voor de verzekeringsplicht onderuit gehaald. Het Hof stelt dat het niet redelijk verantwoord is dat alle andere voertuigen dan bromfietsen klasse A worden vrijgesteld van de verzekeringsplicht, ongeacht hun massa, louter op basis van hun snelheid. Het Hof vindt het dus verkeerd dat bijvoorbeeld een elektrische fiets, die in massa vaak niet veel verschilt van een bromfiets klasse A, louter omwille van zijn snelheid niet verzekerd hoeft te zijn.

Het is mogelijk dat door dit arrest allerlei voortbewegingstoestellen die autonoom rijden, ook al kunnen ze niet sneller dan 25 km/u, toch verplicht verzekerd zullen moeten worden.

Dit zou ook impliceren dat de bestuurders van deze motorrijtuigen niet langer als ‘zwakke weggebruiker’ worden aanzien en bijgevolg niet langer kunnen genieten van de automatische wettelijke vergoedingsregeling die de WAM-wet daarvoor voorziet. Dit was echter één van de hoofdredenen in 2019 om te opteren voor een uitsluiting van de verzekeringsplicht…

Het valt dus af te wachten hoe de wetgever hierop zal reageren.

De nieuwe vormen van mobiliteit vallen uiteraard toe te juichen, maar wij zijn van mening dat dit evenzeer geldt voor een adequate verzekering ervan. Elektrische fietsen of steps halen immers behoorlijke snelheden, waardoor ongevallen niet uit den boze zijn.

Wij raden u dan ook aan om u voor alles in zowel BA als rechtsbijstand te verzekeren!

Instanties betrokken bij schadeafhandeling na een verkeersongeval

In België is het verplicht om een autoverzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid af te sluiten voor elk voertuig dat wordt ingeschreven bij de Dienst Inschrijving Voertuigen (DIV). Deze verzekering houdt in dat, wanneer men aansprakelijk is voor een ongeval, uw verzekeraar de schade van het slachtoffer zal vergoeden.

Aangezien het slachtoffer een verzekeringsmaatschappij (en niet de particulier) kan aanspreken, is het in principe zeker van schadevergoeding.

Toch zijn er situaties denkbaar waarin het slachtoffer niet terecht zal kunnen bij de verzekeraar van de tegenpartij. Denk hierbij aan:

  • de tegenpartij is niet verzekerd;
  • de verzekeraar van de tegenpartij is niet gekend;
  • de verzekeraar van de tegenpartij is onvermogend wegens faillissement;
  • het ongeval is het gevolg van een toevallig feit (overmacht) waardoor de tegenpartij niet aansprakelijk is;
  • het ongeval is veroorzaakt met een gestolen voertuig waardoor de eigenaar van het voertuig niet aansprakelijk is;
  • het ongeval is veroorzaakt door een buitenlands voertuig en de buitenlandse verzekeraar heeft geen schaderegelaar in België aangeduid.

Het Gemeenschappelijk Waarborgfonds

In o.a. bovenstaande gevallen zal het Gemeenschappelijk Waarborgfonds de schadevergoeding aan het slachtoffer uitkeren. Het fonds zal haar uitgave vervolgens trachten te recupereren bij (de verzekeraar van) de aansprakelijke partij.

Het Fonds komt tussen wanneer het ongeval zich heeft voorgedaan in België, binnen de EER (Europese Economische Ruimte) of in een staat waarvan het Nationaal Bureau van Verzekeraars bij het groene kaartsysteem is aangesloten.

Dit laatste waarborgt buitenlandse bestuurders de verplichte minimumverzekering in het bezochte land. Verzekeraars die meedoen aan het systeem, moeten een schaderegelaar aanduiden in elk land waar het systeem van toepassing is. De schadeafhandeling wordt vereenvoudigd doordat het Fonds zich kan richten tot de schaderegelaar in België van het betrokken land.

Daarnaast kan u bij het fonds ook terecht wanneer u uw voertuig niet verzekerd krijgt. Autoverzekeraars kunnen weigeren om u te verzekeren, bijvoorbeeld omdat u al veel schadegevallen veroorzaakte, omdat u de verzekeringspremies niet betaalde of een valse verklaring aflegde aan de verzekeraar.

In dat geval kan u zich richten tot het Tarificatiebureau dat het Fonds inricht. Wanneer u door 3 verzekeraars werd geweigerd of minstens 3 verzekeringsvoorstellen met een hoge premie of vrijstelling kreeg, kan het Tarificatiebureau u een autoverzekering aanbieden. De premie is doorgaans wel hoger en de verzekering geldt slechts voor één jaar.

Het Belgisch Bureau voor Autoverzekeraars en hun Belgische vertegenwoordigers in het buitenland

Doet er zich een ongeval voor in België dat werd veroorzaakt door een buitenlands voertuig, dan zal het Belgisch Bureau het slachtoffer vergoeden. Zij nemen vervolgens contact op met de Belgische vertegenwoordigers van het nationaal bureau van het betrokken land om hun uitgave bij de buitenlandse verzekeraar te recupereren. Ook hier kan er via het groene kaartensysteem gecommuniceerd worden met de schaderegelaar in België van het betrokken land.

Het Belgisch Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds en het Belgisch Bureau voor Autoverzekeraars met hun Belgische vertegenwoordigers in het buitenland zijn dus beide zeer slachtoffervriendelijke instanties.

Hoofdwebsite Contact
make appointment upload






      GDPR proof area
      Upload uw documenten





      sleep uw documenten naar hier of kies bestand


      sleep uw briefwisseling naar hier of kies bestand











        Benelux (€... )EU (€... )Internationaal (prijs op aanvraag)

        Door de aanvraag in te dienen, verklaart u zich uitdrukkelijk akkoord met onze algemene voorwaarden en bevestigt u dat u onze privacyverklaring aandachtig heeft gelezen. Het verzenden van deze aanvraag geldt als een opdrachtbevestiging.
        error: Helaas, deze content is beschermd!