Het regresrecht van de verzekeraar
In België bepaalt de Wet Aansprakelijkheid Motorrijtuigen (WAM-wet) dat de burgerrechtelijke aansprakelijkheid voor elk voertuig verzekerd dient te zijn. Het betreft de zogenaamde verplichte BA-verzekering.
Wanneer de eigenaar, houder of bestuurder van het voertuig schade veroorzaakt en daar burgerrechtelijk aansprakelijk voor is, dan zal de BA-verzekeraar het slachtoffer vergoeden.
In bepaalde gevallen zal de verzekeraar de mogelijkheid hebben om de schadevergoeding die hij aan het slachtoffer betaalde, terug te vorderen. Dit betreft het zogenaamde regresrecht of verhaalsrecht van de verzekeraar. Het verhaalsrecht ligt vervat in artikel 152 van de Verzekeringswet. Het is gestoeld op een contractuele tekortkoming van de verzekeringnemer of verzekerde.
Het Koninklijk Besluit van 16 april 2018 – dat de minimumvoorwaarden bepaalt waaraan een BA-verzekeringspolis moet voldoen – bepaalt in de artikelen 45 tot 47 wanneer en ten aanzien van wie de verzekeraar zijn regresrecht kan uitoefenen:
Art. 45: verhaal op de verzekeringnemer:
Art. 46: verhaal op de verzekerde:
Art. 47: verhaal op de verzekeringnemer en de verzekerde:
De verzekeraar kan zijn regresrecht enkel uitoefenen wanneer hij zich dit recht heeft voorbehouden in de verzekeringsovereenkomst. Hij kan de hoofdsom met intresten, alsook de eventuele gerechtskosten terugvorderen. Overige kosten, zoals administratie- of personeelskosten, blijven ten laste van de verzekeraar.
Daarnaast moet de verzekeraar zijn intentie om zich op zijn regresrecht te beroepen tijdig kenbaar maken aan de verzekeringsnemer of verzekerde. Doet hij dit niet, dan vervalt zijn recht om verhaal uit te oefenen.
De kennisgeving moet gebeuren van zodra de verzekeraar op de hoogte is van de feiten waarop zijn besluit gegrond is. Dit wil zeggen dat de precieze omstandigheden van het schadegeval gekend moeten zijn, op basis waarvan de verzekeraar kan oordelen of er een grond tot regres is.
De kennisgeving mag niet te laat, maar ook niet te vroeg gebeuren. Zijn de feitelijke omstandigheden van het schadegeval nog niet gekend, dan kan de verzekeraar niet oordelen of er mogelijks een grond tot regres is en kan hij geen geldige kennisgeving doen. Beschikt de verzekeraar echter over alle nodige gegevens om te oordelen of hij zijn regresrecht kan uitoefenen, maar talmt hij met het informeren van de verzekeringnemer of de verzekerde van het feit dat hij mogelijks zijn uitgave bij hen zal recupereren, dan is de kennisgeving laattijdig en vervalt het recht van de verzekeraar.
Wanneer de verzekeraar zijn uitgave via de rechtbank dient te recupereren, dan moet hij zijn vordering instellen binnen de 3 jaar na zijn betaling aan het slachtoffer. Zoniet, is de vordering van de verzekeraar verjaard.
De uitoefening van het verhaalsrecht door de verzekeraar levert in vele gevallen betwisting op. Zowel wat betreft het tijdstip van de kennisgeving, de omvang van het bedrag dat wordt teruggevorderd, als de grond waarop het regresrecht wordt uitgeoefend.
Aarzel dus niet om contact op te nemen met onze verkeersrechtadvocaten wanneer u wordt geconfronteerd met een verzekeraar die verhaal wil uitoefenen om na te gaan of het regresrecht geldig wordt uitgeoefend!