Via gerechtelijke weg betaling afdwingen van grensoverschrijdende facturen met relatief kleine bedragen kan in eerste instantie niet de moeite lijken. Wanbetaling, zelfs van kleine bedragen, kan op lange termijn echter nefast zijn voor uw bedrijfsvoering. Verzaken aan de afdwinging van betaling brengt niet alleen ondernemingen zelf in de problemen, maar zorgt er onrechtstreeks ook voor dat schuldenaars tot wanbetaling worden aangezet.[1] Het is dus van groot belang dat u op de hoogte bent van de middelen die thans ter beschikking worden gesteld om onbetaalde grensoverschrijdende facturen te innen.
De kans is groot dat u in de professionele sfeer reeds in contact bent gekomen met onbetaalde facturen. Indien Uw schuldenaar niet betaalt en de factuur heeft betrekking op een grensoverschrijdende geldvordering tussen EU-lidstaten, kan beroep gedaan worden op de Europese betalingsbevelprocedure.[2] Deze procedure is eenvoudiger, sneller en goedkoper dan een klassieke procedure voor de nationale rechtbanken voor invordering van geldvorderingen tussen EU-lidstaten. Het betreft een aanvullende procedure naast de verschillende nationale betalingsbevelprocedures en vormt geenszins een harmonisering hiervan.[3]
Voorwaarden
Schuldeisers kunnen gebruik maken van de Europese betalingsbevelprocedure voor niet-betwiste en grensoverschrijdende geldvorderingen tussen alle EU-lidstaten, met uitzondering van Denemarken.[4]
Het niet-betwiste karakter wordt pas verworven gedurende de procedure. Indien de schuldeiser zich niet verweert, wordt de Europese betalingsbevelprocedure verdergezet. Indien de schuldenaar zich wel verweert, wordt de Europese betalingsbevelprocedure stopgezet.[5]
Grensoverschrijdend houdt in dat ten minste een van de partijen haar woonplaats of gewone verblijfplaats in een andere lidstaat heeft dan de lidstaat van het aangezochte gerecht.[6]
Procedure
De Europese betalingsbevelprocedure wordt ingeleid door een standaardformulier in te dienen bij de bevoegde rechtbank, met uitzondering van Hongarije waar de notaris bevoegd is.[7]
De bevoegde rechtbank is in principe deze van de woonplaats van de (buitenlandse) schuldenaar. Indien u evenwel een geldig forumbeding heeft opgenomen in uw overeenkomst of algemene voorwaarden, kan de daarin aangewezen rechtbank bevoegd zijn.[8]
Vervolgens controleert de rechtbank de ontvankelijkheid van het formulier en wordt nagegaan of de vordering gegrond lijkt.[9] Zoals uit de bewoording van de Betalingsbevelverordening reeds blijkt, is de controle ten gronde eerder beperkt en geenszins diepgaand.[10]
Indien de vordering ontvankelijk is en gegrond lijkt, vaardigt de rechtbank een Europees betalingsbevel (EBB) uit.[11]
Dit EBB wordt vervolgens betekend aan de schuldenaar.[12]
De schuldenaar heeft alsdan 30 dagen de keuze om hetzij zijn schuld te betalen, hetzij schriftelijk verweer aan te tekenen tegen het EBB.
- Schuldenaar betaalt
Indien de schuldenaar betaalt, wordt de procedure met succes afgerond.
- Schuldenaar betaalt niet en verweert zich evenmin
Indien de schuldenaar niet betaalt en zich evenmin verweert, verklaart de rechtbank het EBB na 30 dagen onverwijld uitvoerbaar.[13] De schuldeiser kan vervolgens het EBB rechtstreeks uitvoeren in alle 26 lidstaten die aangesloten zijn bij de Betalingsbevelverordening en de op die manier betaling van schuldenaar afdwingen.[14]
- Schuldenaar betaalt niet maar verweert zich
Indien de schuldenaar niet betaalt, doch zich tijdig verweert bij de rechtbank die het EBB heeft uitgevaardigd, wordt de procedure voortgezet voor de bevoegde rechtbank van de lidstaat van oorsprong.[15]
De schuldeiser kan er evenwel ook voor opteren de vordering voort te zetten met de Europese procedure voor geringe invorderingen.[16] Hiertoe mag de waarde van de vordering het bedrag van 5.000,00 € (exclusief interesten en kosten) evenwel niet overschrijden. In tegenstelling tot de Europese betalingsbevelprocedure, komen betwiste geldvorderingen hiervoor wel in aanmerking.[17]
Bescherming schuldenaar
Met de Europese betalingsbevelprocedure en de Europese procedure voor geringe invorderingen hebben schuldeisers aldus een krachtig wapen om betaling te bekomen van stilzittende schuldenaars van grensoverschrijdende facturen binnen de EU.
Het betreft evenwel een eenzijdige procedure dewelke bovendien niet aan de diepgaande controle ten gronde wordt onderworpen. De procedure is dan ook eerder gericht op snelle en efficiënte invordering van niet-betwiste geldvorderingen en minder op vaststelling van de gegrondheid ervan.
Het eenzijdige karakter en de potentieel grote impact van de procedure, vragen dan ook mechanismen ter bescherming van de belangen van de schuldenaar. Zo is het van belang dat de schuldenaar met zekerheid en voldoende geïnformeerd wordt van de procedure.
Binnen de 30 dagen na betekening of kennisgeving van het EBB, kan de schuldenaar een verweerschrift indienen. Na afloop van deze termijn beschikt de schuldenaar in uitzonderlijke omstandigheden over een rechtsmiddel om een heroverweging te vragen.[18]
Voor meer informatie omtrent onbetaalde grensoverschrijdende facturen, kan U het Studio Legale team contacteren via [email protected] of 03/216.70.70.
[1] L. SAMYN, Handboek Europees Burgerlijk Procesrecht, Mortsel, Intersentia, 2015, 296-297.
[2] Verord. EP. en Raad nr. 1896/2006, 12 december 2006 houdende invoering van een Europese betalingsbevelprocedure, Pb.L. 30 december 2006, afl. 399.
[3] M. TRAEST, “Nieuw Europees internationaalprivaatrechtelijk procesrecht van toepassing”, RW 2008-09, nr. 21, (858) 859-860.
[4] Art. 2.3 Verord.EP. en Raad nr. 1896/2006 , 12 december 2006 houdende invoering van een Europese betalingsbevelprocedure, Pb.L. 30 december 2006, afl. 399.
[5] H. STORME, “Europese betalingsbevelprocedure”, NjW 2009, afl. 196, (98) 101; B. VERBELEN en K. HENDRICKX, Buitengerechtelijke invordering van consumenten- en handelsschulden, Mechelen, Wolters Kluwer, 2019, 53.
[6] Art. 3 Verord.EP. en Raad nr. 1896/2006 , 12 december 2006 houdende invoering van een Europese betalingsbevelprocedure, Pb.L. 30 december 2006, afl. 399.
[7] Art. 7 Verord.EP. en Raad nr. 1896/2006 , 12 december 2006 houdende invoering van een Europese betalingsbevelprocedure, Pb.L. 30 december 2006, afl. 399.
[8] Art. 6 Verord.EP. en Raad nr. 1896/2006 , 12 december 2006 houdende invoering van een Europese betalingsbevelprocedure, Pb.L. 30 december 2006, afl. 399.
[9] Art. 8 Verord.EP. en Raad nr. 1896/2006 , 12 december 2006 houdende invoering van een Europese betalingsbevelprocedure, Pb.L. 30 december 2006, afl. 399.
[10] H. STORME, “Europese betalingsbevelprocedure”, NjW 2009, afl. 196, (98) 104-106.
[11] Art. 12 Verord.EP. en Raad nr. 1896/2006 , 12 december 2006 houdende invoering van een Europese betalingsbevelprocedure, Pb.L. 30 december 2006, afl. 399.
[12] Art. 13 e.v. Verord.EP. en Raad nr. 1896/2006 , 12 december 2006 houdende invoering van een Europese betalingsbevelprocedure, Pb.L. 30 december 2006, afl. 399.
[13] Art. 18 Verord.EP. en Raad nr. 1896/2006 , 12 december 2006 houdende invoering van een Europese betalingsbevelprocedure, Pb.L. 30 december 2006, afl. 399.
[14] H. STORME, “Europese betalingsbevelprocedure”, NjW 2009, afl. 196, (98) 111; M. TRAEST, “Nieuw Europees internationaalprivaatrechtelijk procesrecht van toepassing”, RW 2008-09, nr. 21, (858) 862.
[15] Art. 16 e.v. Verord.EP. en Raad nr. 1896/2006 , 12 december 2006 houdende invoering van een Europese betalingsbevelprocedure, Pb.L. 30 december 2006, afl. 399.
[16] Verord. EP en Raad nr. 861/2007, 11 juli 2007 houdende de vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen, Pb.L. 14 juli 2017, afl. 199, 1.
[17] Art. 2.1 Verord.EP en Raad nr. 861/2007, 11 juli 2007 houdende de vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen, Pb.L. 14 juli 2017, afl. 199.
[18] H. STORME, “Europese betalingsbevelprocedure”, NjW 2009, afl. 196, (98) 104, 112-117.