INGEBREKESTELLING Archives - STUDIO-LEGALE
Tag: INGEBREKESTELLING

Nam u een aannemer onder de arm die weigert zijn beloftes na te komen, terwijl de werf stilvalt en de deadline nadert? Wilt u vermijden dat uw project onnodige vertraging oploopt, maar ontbreekt de tijd om eerst een gerechtelijke uitspraak af te wachten? Artikel 5.85 BW voorziet in een krachtig alternatief: de buitengerechtelijke vervanging van de aannemer. Onder welbepaalde voorwaarden, kan u zelf of via een derde de afgesproken werken laten uitvoeren, op kosten van de tekortschietende aannemer. Deze bijdrage licht toe in welke omstandigheden dit mogelijk is, welke stappen u moet volgen, en waar de valkuilen schuilen.

Artikel 5.85 BW vervanging van de schuldenaar

Artikel 5.85 BW bepaalt het volgende:

De vervanging van de schuldenaar geschiedt overeenkomstig artikel 5.235.

Zij kan ook voortvloeien uit de toepassing van een beding dat de schuldeiser machtigt de verbintenis zelf uit te voeren of te laten uitvoeren door een derde op kosten van de schuldenaar.

Bij hoogdringendheid of in andere uitzonderlijke omstandigheden en nadat hij nuttige maatregelen heeft genomen om de niet-nakoming van de schuldenaar vast te stellen, kan de schuldeiser, op eigen risico, de schuldenaar vervangen door middel van een schriftelijke kennisgeving.

Die vermeldt de tekortkomingen die hem ten laste worden gelegd en welke omstandigheden de vervanging rechtvaardigen.” 

Deze wetsbepaling laat toe dat schuldeisers, ongeacht de aard van de verbintenis, onder bepaalde voorwaarden hun tekortschietende schuldenaar buitengerechtelijk vervangen. In een bouwcontext betekent dit meestal dat een bouwheer of opdrachtgever de aannemer kan laten vervangen wanneer die zijn contractuele verplichtingen niet nakomt.

Vervangingsbeding of Uitzonderlijke omstandigheden

Een bouwheer kan enkel rechtsgeldig tot buitengerechtelijke vervanging overgaan indien hij zich beroept op een contractueel vervangingsbeding of op uitzonderlijke omstandigheden zoals bedoeld in artikel 5.85 BW.

Een vervangingsbeding verleent de bouwheer uitdrukkelijk het recht om bij niet- of gebrekkige uitvoering, de prestatie zelf of via een derde uit te voeren op kosten van de aannemer. Bij het opstellen van een overeenkomst, zoals een aannemingsovereenkomst, kunnen partijen volledig zelf de modaliteiten van de vervanging invullen.

Bij gebrek aan zo’n beding, laat artikel 5.85 BW de buitengerechtelijke vervanging toe in uitzonderlijke omstandigheden, zoals hoogdringendheid. De wet koppelt enkele strenge voorwaarden vast aan de toepassing van de vervanging in uitzonderlijke omstandigheden. Deze voorwaarden worden hieronder toegelicht.

Voorwaarden uitzonderlijke omstandigheden

Uitzonderlijke omstandigheden

De wet legt niet vast wat men onder uitzonderlijke omstandigheden dient te verstaan maar preciseert dat hoogdringendheid in ieder geval wordt beschouwd als een uitzonderlijke omstandigheid. Andere voorbeelden van uitzonderlijke omstandigheden kunnen zijn: de expliciete weigering van de aannemer om zijn verbintenissen uit te voeren of diens manifeste onbekwaamheid.

Niet-nakoming contractuele verbintenis

Om over te gaan tot de buitengerechtelijke vervanging in uitzonderlijke omstandigheden is het niet vereist dat de aannemer een ernstige wanprestatie heeft begaan. De niet-nakoming van een contactuele verbintenis kan volstaan.

Ingebrekestelling met redelijke respijttermijn

De wet vereist verder eerst een ingebrekestelling, waarbij de aannemer de kans krijgt om zijn tekortkoming te verhelpen binnen een redelijke termijn. Die redelijke termijn wordt bepaald door de bouwheer. De bouwheer dient duidelijk en nauwkeurig de tekortkomingen die hij de aannemer verwijt te omschrijven, alsook ondubbelzinnig mee te delen dat hij de uitvoering van de verbintenissen door de aannemer wenst. Deze ingebrekestelling vereist geen formele vorm: een aangetekende brief, maar ook e-mail of zelfs sms kan volstaan.

Wat als redelijke termijn geldt, hangt af van de complexiteit en aard van de werken.  Enkel wanneer herstel door de aannemer geen nuttig gevolg meer kan hebben, is buitengerechtelijke vervanging zonder voorafgaand herstel toegelaten. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer het om een verbintenis gaat om iets niet te doen die geschonden werd of wanneer de aannemer reeds heeft meegedeeld dat hij zijn verbintenis niet zal nakomen.

Tegensprekelijke vaststellingen van de gebreken

Een ander belangrijk aspect van de buitengerechtelijke vervanging is het bewijs van de ingeroepen tekortkomingen. Vooraleer er werken worden uitgevoerd door een derde partij dient de stand van de werken voorafgaand aan de vervanging te worden vastgelegd.

Het verdient de voorkeur dat deze tekortkomingen op een tegensprekelijke manier worden vastgesteld. Welke mate van tegenspraak vereist is, verschilt naargelang de situatie. Idealiter worden de tekortkomingen vastgelegd via een gerechtelijk deskundigenonderzoek. Bij gebrek aan een tegensprekelijke vaststelling kan het voor de rechter achteraf moeilijk zijn om de foutieve uitvoering toe te schrijven aan de vervangen aannemer, alsook om de omvang van de gebreken te bepalen of de noodzaak van vervanging te beoordelen. 

Voorafgaande schriftelijke kennisgeving van vervanging

Wanneer de aannemer niet binnen de termijn zoals vooropgesteld in de ingebrekestelling herstelt, kan de bouwheer overgaan tot vervanging. De bouwheer dient hierbij de aannemer schriftelijk in kennis te stellen van zijn wil tot vervanging. Artikel 5.85 BW vereist dat in deze schriftelijke kennisgeving de tekortkomingen van de aannemer duidelijk worden omschreven en de rechtvaardiging voor de vervanging wordt toegelicht. De bouwheer mag zich achteraf niet beroepen op andere tekortkomingen dan diegene vermeld in de kennisgeving. Het is dus essentieel om alle relevante punten nauwkeurig te beschrijven.

Goede trouw en verbod op rechtsmisbruik

De buitengerechtelijke vervanging moet in ieder geval worden uitgevoerd met respect voor de goede trouw en zonder rechtsmisbruik. De rechten van verdediging van de aannemer moeten gerespecteerd worden. Een onzorgvuldige of overhaaste vervanging kan aanleiding geven tot de nietigheid van de vervanging en verlies van het recht om de kosten te verhalen op de aannemer.

A posteriori controle door de rechter

Toetsing voorwaarden

Na de buitengerechtelijke vervanging kunnen de partijen zich tot de rechter wenden. De bouwheer kan dit doen om de gemaakte vervangingskosten op de aannemer te verhalen en de aannemer kan de geldigheid van de vervanging betwisten.

In dat geval komt de rechter toe aan een beoordeling a posteriori, met andere woorden een toetsing achteraf, van de handelwijze van de bouwheer. Enerzijds is er de regelmatigheidscontrole, waarbij wordt nagegaan of alle wettelijke en contractuele voorwaarden voor buitengerechtelijke vervanging vervuld waren op het moment dat de bouwheer daartoe overging. Anderzijds is er de rechtmatigheidscontrole, die onderzoekt of de bouwheer binnen de grenzen van het recht heeft gehandeld en geen misbruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om tot vervanging over te gaan.

Niet-nakoming voorwaarden

Indien zou blijken dat de bouwheer niet aan alle voorwaarden heeft voldaan, heeft dit niet automatisch tot gevolg dat hij elke aanspraak op vergoeding zou verliezen.

Het Hof van Cassatie heeft in haar arrest van 18 juni 2020 geoordeeld dat wanneer een bouwheer overgaat tot buitengerechtelijke vervanging zonder dat daartoe een geldige grond bestaat, of dit op een onzorgvuldige manier doet, hij de daarmee gepaard gaande kosten niet kan verhalen op de aannemer. Dit neemt echter niet weg dat de bouwheer wél het recht behoudt op vergoeding van de schade die voortvloeit uit de wanprestatie van de aannemer.[1]

Besluit

Artikel 5.85 BW biedt opdrachtgevers een krachtig instrument om op te treden tegen nalatige aannemers zonder eerst naar de rechter te stappen. Tegelijk stelt de wet duidelijke vormelijke, inhoudelijke en procedurele waarborgen om misbruik te vermijden. Correcte toepassing vergt dus juridische omzichtigheid: uitzonderlijke omstandigheden, een goed opgestelde ingebrekestelling, een duidelijke kennisgeving en betrouwbare vaststellingen van de gebreken vormen het fundament van een rechtsgeldige buitengerechtelijke vervanging.

Opdat u voldoet aan alle voorwaarden, is het aangewezen een juridische expert onder de arm te nemen. Wenst u uw aannemer buitengerechtelijk te vervangen of werd u als aannemer onterecht vervangen, aarzel dan niet ons te contacteren [email protected].

 

[1] Cass. 18 juni 2020, TBBR 2020, 583.

De invordering van fiscale en bepaalde niet-fiscale schuldvorderingen door de FOD Financiën wordt geregeld door het Invorderingswetboek dat op 1 januari 2020 in werking trad.

  • Wat

Binnen de FOD Financiën staat de Algemene Administratie van de Inning en de Invordering (afgekort AAII) in voor de invordering van fiscale en bepaalde niet-fiscale schuldvorderingen. De wetgeving hieromtrent lag vroeger verspreid over verschillende (fiscale) wetten en wetboeken. Het Invorderingswetboek heeft deze wetgeving geharmoniseerd, maar ook gewijzigd zodat de administratie makkelijker tot invordering kan overgaan.

  • Toepassingsgebied

De bepalingen uit het Invorderingswetboek zijn van toepassing wanneer:

  1. Het gaat om één van de volgende fiscale schuldvorderingen:
  • Inkomstenbelastingen;
  • Voorheffingen bedoeld in art. 249 WIB;
  • Belastingen gelijkgesteld met inkomstenbelastingen;
  • Btw;
  • Taksen bedoeld in boek II van het Wetboek diverse rechten en taksen;

of

Het gaat om één van de volgende categorieën van niet-fiscale schuldvorderingen:

  • Elke som van niet-fiscale aard verschuldigd aan de fiscus waarvan de invordering wordt verzekerd door de FOD Financiën;
  • Elke som van niet-fiscale aard verschuldigd aan de deelstaten en waarbij aan de FOD Financiën werd gevraagd om ze te innen;
  • Elke som waarvan de invordering wordt verzekerd door de DAVO-wet (invordering alimentatie).

en

  1. De schuldvordering wordt geïnd door de specifieke administratie binnen de FOD Financiën, nl. de AAII.

Daarnaast is het ook mogelijk dat het Invorderingswetboek onrechtstreeks van toepassing wordt gemaakt doordat in bepaalde wetgeving over een type schuldvordering, die normaal gezien buiten het toepassingsgebied zou vallen, wordt verwezen naar het Invorderingswetboek. Dit is bijvoorbeeld het geval voor lokale belastingen, zoals gemeente- en provinciebelastingen.

  • Wijze van invordering
  1. De minnelijke invordering

De administratie moet de minnelijke invordering altijd van start laten gaan met een ingebrekestelling. Deze kan worden verstuurd vanaf 10 dagen na het verstrijken van de wettelijke betaaltermijn (afhankelijk van en verschillend per type schuld). De ingebrekestelling moet gratis verstuurd worden per gewone post en moet op duidelijke en ondubbelzinnige wijze de gegevens van de schuldvordering bevatten.

Art. 3 §4 van de domaniale wet van 22 december 1949 bepaalt echter dat: “In afwijking van het eerste lid kan de schuldenaar, middels een uitdrukkelijke verklaring in die zin, ervoor opteren innings- en invorderingsberichten uitsluitend op elektronische wijze te ontvangen. In dit geval geldt de aanbieding op elektronische wijze als rechtsgeldige verzending van het innings- en invorderingsbericht.”

De ingebrekestelling kan dus ook uitsluitend langs elektronische weg worden verzonden, maar dan moet de schuldenaar daar een uitdrukkelijke verklaring voor hebben afgelegd. In dat geval geldt de elektronische ingebrekestelling ook als verzending van het innings- en invorderingsbericht.

Na de ingebrekestelling heeft de schuldenaar één maand de tijd om te betalen. Zoniet, kan worden overgegaan tot tenuitvoerlegging.

Het voorafgaand versturen van een ingebrekestelling wordt in de wet niet voorgeschreven op straffe van nietigheid. Toch kan het niet verzenden ervan wel gevolgen hebben voor de fiscus, bv. de nalatigheidsintresten beginnen niet te lopen, de middelen van tenuitvoerlegging kunnen ongeldig worden verklaard, de kosten van tenuitvoerlegging kunnen ten laste van de fiscus worden gelegd etc.

  1. De gedwongen invordering

Wanneer vrijwillige betaling uitblijft, zal de fiscus moeten overgaan tot gedwongen invordering. Gedwongen invordering van een schuldvordering is maar mogelijk wanneer de schuldeiser over een uitvoerbare titel beschikt. Voor een gewone schuldeiser houdt dit in de regel in dat hij een vonnis bekomt via de rechtbank om het vervolgens met tussenkomst van een gerechtsdeurwaarder gedwongen te laten uitvoeren.

De fiscus is echter een bijzondere schuldeiser die een aantal voorrechten heeft. Zo moet de fiscus niet naar de rechtbank stappen, maar kan zij ook zichzelf een uitvoerbare titel geven. Het Invorderingswetboek bepaalt dat de fiscale en bepaalde niet-fiscale schuldvorderingen kunnen worden uitgevoerd op basis van 3 uitvoerbare titels:

  • Het uitvoerbaar verklaard kohier (vanuit de fiscus zelf);
  • Het uitvoerbaar verklaard innings-en invorderingsregister (vanuit de fiscus zelf);
  • Een vonnis (vanuit de rechtbank).

Eens de uitvoerbare titel voorhanden is, kan de fiscus beroep doen op de middelen van tenuitvoerlegging zoals deze omschreven staan in het Gerechtelijk Wetboek, bv. uitvoerend roerend of onroerend beslag.

Om zeker te zijn dat de fiscus haar schuldvordering betaalt ziet – wat niet altijd vanzelfsprekend is wanneer er vele schuldeisers zijn die proberen uit te voeren op het vermogen van een schuldenaar – beschikt zij opnieuw over een aantal voorrechten. Bijvoorbeeld:

  • De fiscus kan beroep doen op een sterk vereenvoudigde procedure van beslag bij een derde;
  • De fiscus beschikt over een algemeen voorrecht op de inkomsten en de roerende goederen van alle aard van de schuldenaar. Dit houdt in dat de fiscus bij samenloop met andere schuldeisers altijd als één van de eerste zal uitbetaald worden;
  • Als waarborg voor het invorderen van de schuldvordering kan de fiscus een wettelijke hypotheek laten vestigen op de goederen van de schuldenaar;
  • Opdat de fiscus zou worden geïnformeerd over handelingen van de schuldenaar die invloed zouden kunnen hebben op haar mogelijkheid om de schuldvordering te innen, zijn er een aantal wettelijke aansprakelijkheden ingevoerd van personen of instanties die de fiscus hiervan moeten inlichten. Zo moet bijvoorbeeld een notaris de fiscus verplicht inlichten wanneer de schuldenaar een onroerend goed wil verkopen;

Het weze duidelijk dat de fiscus over een sterke invorderingspositie beschikt, des te meer sinds de invoering van het Invorderingswetboek.

Nu het doorgaans om grote bedragen gaat en een gedwongen uitvoering veel bijkomende kosten met zich meebrengt, kan het voor een schuldenaar al snel zeer moeilijk worden om het hoofd boven water te houden. Des te meer nu de fiscus ook de mogelijkheid heeft om per overtreding van het Invorderingswetboek een administratieve geldboete gaande van 50,00 tot 1.250,00 Euro op te leggen. Weet dat er een aantal zaken zijn, waarop in dat geval beroep kan worden gedaan:

  • Er kan een afbetalingsplan worden voorgesteld aan de fiscus;
  • Er kan een onbeperkt uitstel van invordering worden aangevraagd. Dit houdt in dat een schuldenaar die zich in een blijvende moeilijke financiële situatie bevindt, een schriftelijk, gemotiveerd verzoek richt aan de administratie om een onbeperkt uitstel van invordering te krijgen in ruil voor betaling van één bepaald, redelijk bedrag;
  • Er kan een vrijstelling van nalatigheidsintresten worden aangevraagd;

Het gaat hier wel om gunstmaatregelen waarop niet elke schuldenaar automatisch recht zal hebben.

Hebt u vragen of wenst u meer informatie over dit onderwerp? Neem gerust contact op met het Studio Legale Team op 03 216 70 70 of via [email protected].

 

 

 

 

 

 

Hoofdwebsite Contact
afspraak maken upload






      GDPR proof area
      Upload uw documenten





      sleep uw documenten naar hier of kies bestand


      sleep uw briefwisseling naar hier of kies bestand











        Benelux (€... )EU (€... )Internationaal (prijs op aanvraag)

        Door de aanvraag in te dienen, verklaart u zich uitdrukkelijk akkoord met onze algemene voorwaarden en bevestigt u dat u onze privacyverklaring aandachtig heeft gelezen. Het verzenden van deze aanvraag geldt als een opdrachtbevestiging.
        error: Helaas, deze content is beschermd!