Tag: FISCUS

In onze vorige bijdrage[1] kon u al lezen dat sinds 31 januari 2022 het CAP-vermogensregister gevoelig werd uitgebreid. Zo kan de fiscus voortaan de rekeningsaldo’s van de Belg in het bankenregister inkijken, wat op hevig verzet stuitte. Onder meer de vzw ‘Ministry of Privacy’ vocht de uitbreiding aan bij het Grondwettelijk Hof, dat met haar arrest van 08 december 2022 nu klare wijn schenkt.

Het CAP-register, of voluit het Centraal Aanspreekpunt van rekeningen en financiële contracten van de Nationale bank werd in 2011 opgericht om fiscale fraude efficiënter te monitoren en bestraffen.[2] Het CAP is een elektronische databank bij de Nationale Bank van België met een overzicht van allerhande financiële gegevens, rekeningen, of nog, contracten die in België worden aangehouden bij financiële instellingen van zowel inwoners als niet-inwoners.[3]

Met de programmawet van 20 december 2020[4] trachtte de wetgever het werk van de belastingcontroleur gevoelig te vereenvoudigen door deze toe te laten om de financiële gegevens van de belastingplichtige op te zoeken in het CAP-register. Op die manier zou men fiscale fraude nog efficiënter kunnen aanpakken.

Een nobele doelstelling die weliswaar niet overal op bijval kon rekenen. Zo waarschuwde de Gegevensbeschermingsautoriteit (hierna: GBA) al dat de uitbreiding van het vermogensregister een onnodige, bijzonder verregaande en risicovolle centralisatie van financiële (persoons)gegevens is, die niet in verhouding staat tot de beoogde doeleinden.[5] Ook sommige fiscalisten vreesden dat met de uitbreiding de weg wordt geplaveid voor nieuwe vermogensbelasting.[6]

In juni 2021 trokken enkele fiscalisten en privacy activisten naar het Grondwettelijk Hof om de uitbreiding aan te vechten. De uitbreiding zou strijdig zijn met (i) het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de bescherming van de persoonsgegevens, (ii) het recht op toegang tot de rechter en (iii) het gelijkheidsbeginsel.[7]

Met haar arrest van 8 december 2022 heeft het Grondwettelijk Hof het beroep vernietigd. “Hoewel de uitbreiding een inmenging is in het privéleven van de belastingplichtigen en van de personen met wie zij een financiële verrichting hebben gedaan, beantwoordt ze aan een legitiem doel en is ze evenredig.”  Zo is het legitiem doel volgens het Hof onder meer om de strijd tegen fiscale fraude op te drijven door het verhogen van de transparantie inzake de gegevens van de belastingplichtige.

Volgens het Hof zijn er voldoende procedurele en inhoudelijke waarborgen ingebouwd tegen willekeurige inmengingen in het privéleven van de in het CAP geregistreerde personen en van de personen met wie zij financiële verrichtingen hebben gedaan.[8]

Besluit

Volgens de indieners van het vernietigingsberoep bij het Hof zou de uitbreiding van de financiële gegevens niet strikt noodzakelijk zijn omdat de doelstellingen ook op een andere, minder privacygevoelige manier zouden kunnen worden bereikt. Het Hof ging hier niet mee akkoord en verwierp het beroep.

Indien u na het lezen van dit artikel nog vragen hebt, aarzel dan niet om ons te contacteren via [email protected] of 03 216 70 70.

 

[1] https://www.jubel.be/het-centraal-aanspreekpunt-van-de-nationale-bank-gevoelig-uitgebreid/

[2] Zie art. 322 § 3 WIB 92

[3] Zie B.3.1. GwH 08.12.2022, Arrest nr. 162/2022, Rolnummer: 7612

[4] https://www.ejustice.just.fgov.be/eli/wet/2020/12/20/2020044541/justel#LNK0010

[5] https://www.gegevensbeschermingsautoriteit.be/publications/advies-nr.-122-2020.pdf

[6] https://moneytalk.knack.be/geld-en-beurs/belastingen/eerst-het-vermogensregister-dan-de-belasting/article-longread-1824241.html

[7] Zie B.5.1. GwH 08.12.2022, Arrest nr. 162/2022, Rolnummer: 7612

[8] Zie B.11.10 GwH 08.12.2022, Arrest nr. 162/2022, Rolnummer: 7612

De invordering van fiscale en bepaalde niet-fiscale schuldvorderingen door de FOD Financiën wordt geregeld door het Invorderingswetboek dat op 1 januari 2020 in werking trad.

  • Wat

Binnen de FOD Financiën staat de Algemene Administratie van de Inning en de Invordering (afgekort AAII) in voor de invordering van fiscale en bepaalde niet-fiscale schuldvorderingen. De wetgeving hieromtrent lag vroeger verspreid over verschillende (fiscale) wetten en wetboeken. Het Invorderingswetboek heeft deze wetgeving geharmoniseerd, maar ook gewijzigd zodat de administratie makkelijker tot invordering kan overgaan.

  • Toepassingsgebied

De bepalingen uit het Invorderingswetboek zijn van toepassing wanneer:

  1. Het gaat om één van de volgende fiscale schuldvorderingen:
  • Inkomstenbelastingen;
  • Voorheffingen bedoeld in art. 249 WIB;
  • Belastingen gelijkgesteld met inkomstenbelastingen;
  • Btw;
  • Taksen bedoeld in boek II van het Wetboek diverse rechten en taksen;

of

Het gaat om één van de volgende categorieën van niet-fiscale schuldvorderingen:

  • Elke som van niet-fiscale aard verschuldigd aan de fiscus waarvan de invordering wordt verzekerd door de FOD Financiën;
  • Elke som van niet-fiscale aard verschuldigd aan de deelstaten en waarbij aan de FOD Financiën werd gevraagd om ze te innen;
  • Elke som waarvan de invordering wordt verzekerd door de DAVO-wet (invordering alimentatie).

en

  1. De schuldvordering wordt geïnd door de specifieke administratie binnen de FOD Financiën, nl. de AAII.

Daarnaast is het ook mogelijk dat het Invorderingswetboek onrechtstreeks van toepassing wordt gemaakt doordat in bepaalde wetgeving over een type schuldvordering, die normaal gezien buiten het toepassingsgebied zou vallen, wordt verwezen naar het Invorderingswetboek. Dit is bijvoorbeeld het geval voor lokale belastingen, zoals gemeente- en provinciebelastingen.

  • Wijze van invordering
  1. De minnelijke invordering

De administratie moet de minnelijke invordering altijd van start laten gaan met een ingebrekestelling. Deze kan worden verstuurd vanaf 10 dagen na het verstrijken van de wettelijke betaaltermijn (afhankelijk van en verschillend per type schuld). De ingebrekestelling moet gratis verstuurd worden per gewone post en moet op duidelijke en ondubbelzinnige wijze de gegevens van de schuldvordering bevatten.

Art. 3 §4 van de domaniale wet van 22 december 1949 bepaalt echter dat: “In afwijking van het eerste lid kan de schuldenaar, middels een uitdrukkelijke verklaring in die zin, ervoor opteren innings- en invorderingsberichten uitsluitend op elektronische wijze te ontvangen. In dit geval geldt de aanbieding op elektronische wijze als rechtsgeldige verzending van het innings- en invorderingsbericht.”

De ingebrekestelling kan dus ook uitsluitend langs elektronische weg worden verzonden, maar dan moet de schuldenaar daar een uitdrukkelijke verklaring voor hebben afgelegd. In dat geval geldt de elektronische ingebrekestelling ook als verzending van het innings- en invorderingsbericht.

Na de ingebrekestelling heeft de schuldenaar één maand de tijd om te betalen. Zoniet, kan worden overgegaan tot tenuitvoerlegging.

Het voorafgaand versturen van een ingebrekestelling wordt in de wet niet voorgeschreven op straffe van nietigheid. Toch kan het niet verzenden ervan wel gevolgen hebben voor de fiscus, bv. de nalatigheidsintresten beginnen niet te lopen, de middelen van tenuitvoerlegging kunnen ongeldig worden verklaard, de kosten van tenuitvoerlegging kunnen ten laste van de fiscus worden gelegd etc.

  1. De gedwongen invordering

Wanneer vrijwillige betaling uitblijft, zal de fiscus moeten overgaan tot gedwongen invordering. Gedwongen invordering van een schuldvordering is maar mogelijk wanneer de schuldeiser over een uitvoerbare titel beschikt. Voor een gewone schuldeiser houdt dit in de regel in dat hij een vonnis bekomt via de rechtbank om het vervolgens met tussenkomst van een gerechtsdeurwaarder gedwongen te laten uitvoeren.

De fiscus is echter een bijzondere schuldeiser die een aantal voorrechten heeft. Zo moet de fiscus niet naar de rechtbank stappen, maar kan zij ook zichzelf een uitvoerbare titel geven. Het Invorderingswetboek bepaalt dat de fiscale en bepaalde niet-fiscale schuldvorderingen kunnen worden uitgevoerd op basis van 3 uitvoerbare titels:

  • Het uitvoerbaar verklaard kohier (vanuit de fiscus zelf);
  • Het uitvoerbaar verklaard innings-en invorderingsregister (vanuit de fiscus zelf);
  • Een vonnis (vanuit de rechtbank).

Eens de uitvoerbare titel voorhanden is, kan de fiscus beroep doen op de middelen van tenuitvoerlegging zoals deze omschreven staan in het Gerechtelijk Wetboek, bv. uitvoerend roerend of onroerend beslag.

Om zeker te zijn dat de fiscus haar schuldvordering betaalt ziet – wat niet altijd vanzelfsprekend is wanneer er vele schuldeisers zijn die proberen uit te voeren op het vermogen van een schuldenaar – beschikt zij opnieuw over een aantal voorrechten. Bijvoorbeeld:

  • De fiscus kan beroep doen op een sterk vereenvoudigde procedure van beslag bij een derde;
  • De fiscus beschikt over een algemeen voorrecht op de inkomsten en de roerende goederen van alle aard van de schuldenaar. Dit houdt in dat de fiscus bij samenloop met andere schuldeisers altijd als één van de eerste zal uitbetaald worden;
  • Als waarborg voor het invorderen van de schuldvordering kan de fiscus een wettelijke hypotheek laten vestigen op de goederen van de schuldenaar;
  • Opdat de fiscus zou worden geïnformeerd over handelingen van de schuldenaar die invloed zouden kunnen hebben op haar mogelijkheid om de schuldvordering te innen, zijn er een aantal wettelijke aansprakelijkheden ingevoerd van personen of instanties die de fiscus hiervan moeten inlichten. Zo moet bijvoorbeeld een notaris de fiscus verplicht inlichten wanneer de schuldenaar een onroerend goed wil verkopen;

Het weze duidelijk dat de fiscus over een sterke invorderingspositie beschikt, des te meer sinds de invoering van het Invorderingswetboek.

Nu het doorgaans om grote bedragen gaat en een gedwongen uitvoering veel bijkomende kosten met zich meebrengt, kan het voor een schuldenaar al snel zeer moeilijk worden om het hoofd boven water te houden. Des te meer nu de fiscus ook de mogelijkheid heeft om per overtreding van het Invorderingswetboek een administratieve geldboete gaande van 50,00 tot 1.250,00 Euro op te leggen. Weet dat er een aantal zaken zijn, waarop in dat geval beroep kan worden gedaan:

  • Er kan een afbetalingsplan worden voorgesteld aan de fiscus;
  • Er kan een onbeperkt uitstel van invordering worden aangevraagd. Dit houdt in dat een schuldenaar die zich in een blijvende moeilijke financiële situatie bevindt, een schriftelijk, gemotiveerd verzoek richt aan de administratie om een onbeperkt uitstel van invordering te krijgen in ruil voor betaling van één bepaald, redelijk bedrag;
  • Er kan een vrijstelling van nalatigheidsintresten worden aangevraagd;

Het gaat hier wel om gunstmaatregelen waarop niet elke schuldenaar automatisch recht zal hebben.

Hebt u vragen of wenst u meer informatie over dit onderwerp? Neem gerust contact op met het Studio Legale Team op 03 216 70 70 of via [email protected].

 

 

 

 

 

 

Hoofdwebsite Contact
afspraak maken upload






      GDPR proof area
      Upload uw documenten





      sleep uw documenten naar hier of kies bestand


      sleep uw briefwisseling naar hier of kies bestand











        Benelux (€... )EU (€... )Internationaal (prijs op aanvraag)

        Door de aanvraag in te dienen, verklaart u zich uitdrukkelijk akkoord met onze algemene voorwaarden en bevestigt u dat u onze privacyverklaring aandachtig heeft gelezen. Het verzenden van deze aanvraag geldt als een opdrachtbevestiging.
        error: Helaas, deze content is beschermd!