onderscheid met andere procedures

Onderscheid tussen bewindvoering en andere procedures

Het instellen van een gerechtelijke beschermingsmaatregel in de vorm van een voorlopige bewindvoering mag niet verward worden met een aantal andere procedures waarbij personen beschermd worden.

Buitengerechtelijke beschermingsmechanismen

Tijdens het leven kunnen er zich helaas situaties voordoen waardoor men (eventueel tijdelijk en gedeeltelijk) niet langer in staat is om voor zichzelf (persoonlijk en/of vermogensrechtelijk) te zorgen. Denk aan fysieke beperkingen, psychische problemen, een coma,…

De wet biedt een aantal mogelijkheden om op voorhand een aantal beslissingen te nemen en zo op deze situaties te anticiperen.

1. Voorafgaande zorgplanning

Eenieder die (nog) wilsbekwaam is, kan zelf op maat van wat hij/zij wenst een regeling uitwerken voor zijn/haar bescherming en vertegenwoordiging, zowel wat betreft zijn/haar vermogen als zijn/haar persoon, voor de periode waarin hij/zij wilsongeschikt zou zijn of worden. Dit kan betrekking hebben op bijvoorbeeld euthanasie, crematie, orgaandonatie, lichaamsschenking aan de wetenschap etc.

2. Verklaring van voorkeur

Personen die (nog) handelingsbekwaam zijn en willen anticiperen op het organiseren van een rechterlijke beschermingsmaatregel in de vorm van een bewindvoering, kunnen een verklaring van voorkeur opstellen. Hierin kunnen zij enerzijds aangeven wie zij bij voorkeur als bewindvoerder en vertrouwenspersoon wensen en anderzijds een aantal beginselen meegeven waarmee de bewindvoerder rekening moet houden. De verklaring van voorkeur moet schriftelijk worden opgesteld en moet worden neergelegd op de griffie van het Vredegerecht van uw woon- of verblijfplaats.

3. Buitengerechtelijke bescherming via zorgvolmacht

Bij een buitengerechtelijke bescherming gaat u zelf iemand anders een volmacht geven om bepaalde zaken voor u te behartigen wanneer u hier niet meer toe in staat bent.

De buitengerechtelijke bescherming wordt gerealiseerd via de figuur van de lastgeving. Lastgeving is een contract waarbij de lastgever opdracht geeft aan de lasthebber, die deze opdracht aanvaardt, om namens hem en voor zijn rekening rechtshandelingen te stellen.

De zorgvolmacht is een vorm van een lastgevingsovereenkomst.

Een belangrijk verschil met een rechterlijke beschermingsmaatregel in de vorm van een bewindvoering is dat de zorgvolmacht zonder tussenkomst van de rechtbank wordt georganiseerd en dat de beschermde persoon-lastgever handelingsbekwaam blijft.

Opdat de lastgeving als buitengerechtelijke bescherming kan gelden, moet duidelijk zijn dat deze als dusdanig is bedoeld en moet een registratie plaatsvinden via het centraal register. Het verzoek tot registratie van de lastgevingsovereenkomst kan via de griffier of via de notaris gebeuren. 15 dagen na het verzoek tot registratie zal de overeenkomst worden ingeschreven in het centraal register. Sinds de wet van 21 december 2018 moet ook de beëindiging van de lastgeving in het kader van een buitengerechtelijke bescherming geregistreerd worden.

De buitengerechtelijke bescherming die de burger zelf organiseert, kan ruim of beperkt zijn. Men kan opteren voor een algemeen (m.b.t. alle zaken van de lastgever) of bijzonder (m.b.t. een specifieke zaak van de lastgever) mandaat. Men kan ook zelf aangeven welke type handelingen de lasthebber mag stellen. Wanneer het mandaat van de lasthebber in algemene bewoordingen wordt aangegeven, stelt de wet dat de lasthebber enkel daden van beheer mag stellen. Daden van beschikking moeten dus uitdrukkelijk worden aangegeven.

Met de wet van 21 december 2018 heeft de lasthebber een overlegplicht opgelegd gekregen vergelijkbaar met die van een bewindvoerder. De lastgever moet dus zoveel mogelijk betrokken worden, in verhouding met zijn begripsvermogen, bij de uitoefening van de zorgvolmacht.

Behalve wanneer de betrokken partijen hier anders overeenkomen, is de lastgeving normaal gezien onbezoldigd. De lasthebber heeft wel recht op vergoeding voor de kosten die hij tot uitvoering van zijn opdracht heeft gemaakt.

De buitengerechtelijke bescherming zal, rekening houdende met de principes van noodzaak, subsidiariteit en proportionaliteit, zo veel als mogelijk voorrang krijgen op de gerechtelijke bescherming.

De collectieve schuldenregeling

Een collectieve schuldenregeling is een gerechtelijke procedure voor particulieren om structurele schuldproblemen te verhelpen. Er wordt een schuldbemiddelaar aangesteld die het inkomen in de plaats van de betrokkene beheert en deze tracht om onder toezicht van de rechtbank tot een afbetalingsregeling te komen met de schuldeisers. Het vermogen van de betrokkene wordt door de collectieve schuldenregeling onbeschikbaar, maar men wordt niet handelingsonbekwaam.

De bedoeling van de procedure is om de financiële toestand van de betrokkene te herstellen door hem in staat te stellen zijn schulden af te betalen en hem tegelijkertijd toe te laten een menswaardig leven te leiden.

De schuldbemiddelaar die wordt aangesteld is onafhankelijk en houdt evenveel rekening met de belangen van de beschermde persoon als deze van de schuldeisers.

Een collectieve schuldenregeling kan worden aangevraagd onder volgende voorwaarden:

  •  men kan op duurzame wijze zijn opeisbare of nog te vervallen schulden niet betalen;
  • men heeft het onvermogen niet kennelijk zelf bewerkstelligd.

Bij een (verkwistings)bewind daarentegen gaat het om personen die, al dan niet omwille van een geestesstoornis, hun inkomsten verspillen door nutteloze uitgaven te doen. Wanneer de belangen van deze persoon dit vereisen, kan er een bewindvoerder worden aangesteld die hem zal bijstaan bij het beheer van het inkomen. De beschermde persoon is niet langer handelingsbekwaam. De bewindvoerder zal enkel de belangen van de beschermde persoon behartigen.

Een verkwistingsbewind vereist het voldaan zijn van volgende voorwaarden:

  • er is sprake van manifest onredelijk gedrag door eindeloze, ongerechtvaardigde uitgaven te doen die geen enkel nut hebben en ingegeven zijn door fantasieën of grillen;
  • dit gedraagt vertoont een standvastig patroon; 
  • de uitgaven tasten het inkomen aan; 
  • tussen het gedrag en de aantasting van het inkomen bestaat een oorzakelijk verband.

Een groot verschil tussen beide statuten is dat een voorlopig bewind aan iemand kan worden opgelegd, terwijl een collectieve schuldenregeling enkel op verzoek van de betrokkene kan worden opgestart.

Wettelijk gezien is er niets geregeld over het samenlopen van een collectieve schuldenregeling en een (verkwistings)bewind. Het is echter perfect mogelijk dat iemand die onder voorlopig bewind staat in een situatie van structurele, overmatige schuldenlast verkeert of dat iemand die in collectieve schuldenregeling zit door fysieke of mentale problemen onder bewind dient te worden geplaatst. Het zal voor de betrokken actoren dan ook soms moeilijk zijn om hun taken af te bakenen.

Persoonlijk faillissement

Een natuurlijke persoon die ondernemer is (bv. via een eenmanszaak) kan failliet gaan wanneer hij op structurele wijze niet meer in staat is om zijn schuldeisers te betalen. Het faillissement wordt uitgesproken door de Ondernemingsrechtbank en er wordt een curator aangesteld. Net zoals bij de collectieve schuldenregeling houdt een persoonlijk faillissement niet in dat men handelingsonbekwaam wordt m.b.t. het vermogen, maar het vermogen wordt wel onbeschikbaar. De curator zal de resterende goederen van de onderneming proberen te verkopen om met de opbrengst de schuldeisers te vergoeden. De inkomsten die men na opening van het faillissement verwerft, zijn wel vrij beschikbaar.

De collocatie

Een collocatie is een dwangmaatregel waarbij iemand gedwongen wordt opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Dit kan slechts wanneer iemand geestesziek is in de zin van de wet van 26 juni 1990 op de bescherming van de persoon van de geesteszieke. De wet bepaalt dat een gedwongen opname enkel kan wanneer de toestand van de betrokkene dit vereist, hetzij omdat hij zijn eigen gezondheid en veiligheid in gevaar brengt, hetzij omdat hij een ernstige bedreiging vormt voor het leven of de integriteit van iemand anders.

Een gedwongen opname kan worden opgestart door iedere belanghebbende die een verzoekschrift bij het Vredegerecht neerlegt. Er moet een omstandige geneeskundige verklaring van maximum 15 dagen oud worden bijgevoegd, waarin een arts de gezondheidstoestand van de betrokkene, de symptomen van de geestesziekte in kwestie en het voldaan zijn van de wettelijke voorwaarden voor een gedwongen opname beschrijft.

Gelet op de impact van een gedwongen opname, voorziet de wet dat de Vrederechter binnen de 24u na neerlegging van het verzoekschrift een zitting moet bepalen waarop hij de opgenomen persoon zal bezoeken. Binnen de 10 dagen na neerlegging van het verzoekschrift moet de Vrederechter uitspraak doen over de vraag of de wettelijke voorwaarden voor een gedwongen opname voldaan zijn of niet.

Wanneer de Vrederechter oordeelt dat de opgenomen persoon lijdt aan een geestesziekte in de zin van de wet en aan de wettelijke voorwaarden is voldaan, zal een observatie van 40 dagen bevolen worden. Gedurende deze periode wordt de betrokkene opgevolgd, onderzocht en behandeld.

Indien de directeur van de psychiatrische instelling na deze observatieperiode meent dat een verder verblijf nodig is, zal de Vrederechter hierover opnieuw, wederom op basis van een omstandig verslag van een arts, moeten oordelen.

Een gedwongen opname verschilt van een bewindvoering, nu een persoon die onder voorlopig bewind staat niet noodzakelijk geestesziek is en ook niet van zijn vrijheid wordt beroofd.

De internering

Personen die een misdrijf hebben gepleegd en lijden aan een geestesstoornis kunnen worden geïnterneerd. De bedoeling van een internering is om enerzijds de maatschappij te beschermen en anderzijds om de geïnterneerde persoon de zorg te bieden die zijn toestand vereist met het oog op re-integratie in de maatschappij. De materie wordt geregeld door de wet van 5 mei 2014.

De strafrechter kan een persoon interneren wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • ontoerekeningsvatbaar: op het ogenblik van de beslissing lijdt men aan een geestesstoornis die het oordeelsvermogen of de controle over de daden teniet doet; 
  • sociaal gevaarlijk: het gevaar bestaat dat men als gevolg van de geestesstoornis opnieuw strafbare feiten zal plegen.
  • strafbaar feit: men heeft een misdaad of wanbedrijf gepleegd dat de fysieke of psychische integriteit van anderen heeft aangetast of bedreigd.

Bij de beoordeling hierover zal de strafrechter zich baseren op een onderzoek dat werd gevoerd door een psychiater.

De internering betreft dus een bijzonder regime binnen het strafrecht: het is geen echte straf, maar een beveiligingsmaatregel.

De internering maakt de betrokken persoon niet handelingsonbekwaam, zoals wel het geval is bij een bewindvoering. De geïnterneerde blijft dus in de mogelijkheid om zelf beslissingen te nemen over zijn eigen persoon en vermogen. De statuten sluiten elkaar echter niet uit. De internering is bovendien één van de gevallen waarin de Vrederechter op eigen initiatief een bewindvoering kan organiseren.

Hoofdwebsite Contact
make appointment upload






      GDPR proof area
      Upload uw documenten





      sleep uw documenten naar hier of kies bestand


      sleep uw briefwisseling naar hier of kies bestand











        Benelux (€... )EU (€... )Internationaal (prijs op aanvraag)

        Door de aanvraag in te dienen, verklaart u zich uitdrukkelijk akkoord met onze algemene voorwaarden en bevestigt u dat u onze privacyverklaring aandachtig heeft gelezen. Het verzenden van deze aanvraag geldt als een opdrachtbevestiging.
        error: Helaas, deze content is beschermd!