Met een NDA (non-disclosure agreement), of een geheimhoudingsbeding, neemt de verkoper maatregelen om zichzelf te beschermen tegen ongewenste informatieverspreiding. Het betreft een overeenkomst waarbij partijen bevestigen dat ze de informatie die uitgewisseld wordt in het kader van overnamegesprekken niet zullen misbruiken. De NDA vormt vaak een noodzakelijke eerste stap in een overnameproces aangezien gevoelige commerciële informatie zal worden gedeeld met een potentiële koper.
Zo zal men ten eerste afspraken maken rond de vertrouwelijkheid van de informatie-uitwisseling om te vermijden dat de koper met bedrijfsgeheimen of commercieel gevoelige informatie gaat lopen. Men zal een overeenkomst sluiten waarbij de koper zich er toe verbindt om de verkregen informatie alleen maar te gebruiken om zichzelf een idee te vormen over de vraag of hij de aandelen zal kopen. Moest de koop-verkoop afspringen, zal de koper deze informatie geenszins mogen gebruiken.
In die vertrouwelijkheid zit nog een tweede aspect, namelijk de vertrouwelijkheid van de gesprekken zelf. In dit stadium is de verkoper immers nog niet zeker dat de gesprekken zullen leiden tot een effectieve verkoop. Premature kennis door klanten en personeel dat er gesprekken lopende zijn, zou een leegloop kunnen veroorzaken binnen de onderneming.
Vaak zal in een vertrouwelijkheidsovereenkomst een forfaitair bedrag per inbreuk en per dag worden opgenomen. Dit is een schadebeding volgend uit artikel 1231 BW met een matigingsbevoegdheid voor de rechter. Zelfs indien er geen geheimhoudingsplicht is bedongen, dan nog kan de bekendmaking van geheime informatie gesanctioneerd worden op grond van artikel 1382 BW, met eventueel een daaraan gekoppelde stakingsvordering.