De handelingen van de bewindvoerder die voorafgaande machtiging vereisen
Er zijn een aantal handelingen die de bewindvoerder niet zomaar mag stellen, maar waarvoor hij eerst bijzondere machtiging (lees: toestemming) van de Vrederechter moet verkrijgen.
De bewindvoerder moet vooraleer deze handeling uit te voeren een verzoekschrift overmaken aan de Vrederechter, waarin hij uiteenzet waarom en hoe hij de voorgenomen handeling juist wil uitvoeren. De Vrederechter oordeelt vervolgens of de handeling mag worden gesteld. Eventueel kan hij aan de machtiging bepaalde voorwaarden koppelen.
De machtiging van de Vrederechter is bijzonder wat wil zeggen dat de bewindvoerder moet handelen binnen de toestemming die de Vrederechter gaf.
De handelingen waarvoor machtiging moet worden gevraagd, worden in de wet limitatief opgesomd. Aangezien de machtigingsvereiste is ingevoerd om misbruik te voorkomen, moeten de bepalingen ruim worden geïnterpreteerd. Van de lijst kan bij het instellen van een bewindvoering niet worden afgeweken. De Vrederechter kan bij het aanduiden van de bewindvoerder enkel machtigingsvereiste handelingen toevoegen.
Hieronder een overzicht:
Persoonsrechtelijke handelingen:
Vermogensrechtelijke handelingen: