Hoe en wanneer kan het bewind beëindigd worden?
Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen het einde van het bewind en het einde van de opdracht van de bewindvoerder.
Het einde van het bewind
De Vrederechter kan op elk ogenblik ingrijpen en de beschermingsmaatregel wijzigen of beëindigen. De gezondheidstoestand van een persoon is immers evolutief, in positieve of negatieve zin.
Dit ingrijpen kan op verzoek van:
Was de rechterlijke beschermingsmaatregel tijdelijk, dan eindigt de maatregel bij het verstrijken van de termijn.
De rechterlijke bescherming eindigt automatisch bij het overlijden van de beschermde persoon.
Het einde van de opdracht van de bewindvoerder
De opdracht van de bewindvoerder eindigt samen met de beschermingsmaatregel.
Bij overlijden kan de bewindvoerder echter aan de Vrederechter vragen om voor maximum 6 maanden na het overlijden mandaat te krijgen om nog een aantal (lopende) zaken in orde te brengen bv. betaling openstaande facturen, beëindigen huur, betaling begrafeniskosten of openstaande rusthuiskosten etc.
Het betreft dan een beperkt mandaat. Dit mandaat eindigt hoe dan ook wanneer er zich een erfgenaam meldt die de nalatenschap zuiver of onder voorrecht van boedelbeschrijving heeft aanvaard. Indien na 6 maanden nog verrichtingen dienen te gebeuren, moet er een curator onbeheerde nalatenschap worden aangesteld. Het indienen van het verzoekschrift hiertoe kan gebeuren onder het beperkt mandaat.
Daarnaast eindigt de opdracht van de bewindvoerder wanneer er over de bewindvoerder zelf een beschermingsmaatregel wordt uitgesproken, wanneer de bewindvoerder overlijdt, wanneer de Vrederechter de bewindvoerder zou vervangen of wanneer de rechterlijke beschermingsmaatregel wordt vervangen door een buitengerechtelijke beschermingsmaatregel.