Hoe kan een bewind worden ingesteld?
Hoe?
Het instellen van een bewindvoering kan worden aangevraagd via een verzoekschrift.
Dit verzoekschrift kan worden ingediend door:
Wanneer de maatregel invloed heeft op de bekwaamheid van een persoon (dus niet bij verkwisting) moet er een omstandige geneeskundige verklaring worden bijgevoegd. De omstandige geneeskundige verklaring mag op de dag van het indienen van het verzoekschrift niet ouder zijn dan 15 dagen. In de toekomst zal de verklaring enkel nog door een daartoe erkend arts of psychiater kunnen worden opgesteld. Voorlopig mag het enkel geen bloed-of aanverwant van de te beschermen persoon zijn. Slechts zeer uitzonderlijk zal er van de verplichting tot het bijvoegen van de verklaring kunnen worden afgeweken. In voorkomend geval dient men dit uitdrukkelijk te motiveren in het verzoekschrift. Eventueel kan de Vrederechter zelf een arts of psychiater aanstellen.
Daarnaast dienen alle nuttige stukken te worden bijgevoegd.
Het verzoekschrift moet worden ingediend bij het Vredegerecht dat bevoegd is voor de woonplaats van de te beschermen persoon.
In 3 gevallen kan een bewindvoering ook op initiatief van de Vrederechter zelf worden ingesteld:
De Vrederechter beslist of hij bij het instellen van een bewindvoering bepaalde personen oproept om op een zitting te verschijnen. De bewindvoering kan ook louter schriftelijk worden opgestart.
De beschikking
De beslissing van de Vrederechter over de aanvraag in het verzoekschrift wordt een beschikking genoemd.
De Vrederechter zal onderzoeken of het noodzakelijk is om een beschermingsmaatregel op te leggen.
In voorkomend geval zal de Vrederechter in de beschikking een bewindvoerder en eventueel een vertrouwenspersoon aanduiden. De Vrederechter kan een familiale bewindvoerder (iemand uit de omgeving van de beschermde persoon) of een professionele bewindvoerder (bv. een advocaat) aanduiden. De Vrederechter zal nagaan of er een voorkeur van bewindvoerder en vertrouwenspersoon werd aangegeven en hiermee rekening houden. Desgevallend stelt de Vrederechter zelf iemand aan.
Een aantal personen kunnen niet worden aangesteld als bewindvoerder:
Tegen een beschikking van de Vrederechter waarin een bewindvoering wordt ingesteld kunnen een aantal rechtsmiddelen worden aangewend, wanneer men het niet eens is met de beslissing.
Werd de beschikking bij verstek uitgesproken (d.w.z. men is niet verschenen op de eventuele zitting) dan kan de beschermde persoon altijd verzet aantekenen wanneer er een beslissing over de bekwaamheid werd genomen. Was men wel aanwezig, dan kan hoger beroep worden ingesteld. Hoger beroep wordt aangetekend door het neerleggen van een verzoekschrift bij de Rechtbank van Eerste Aanleg.
De rechtsmiddelen moeten worden ingesteld binnen de maand na kennisgeving van de beslissing (hetgeen door de griffier per post gebeurt binnen de 3 dagen na de uitspraak).
Omvang van de beschikking
De Vrederechter die een rechterlijke beschermingsmaatregel oplegt, moet de handelingen aanduiden waarvoor de beschermde persoon onbekwaam is. De Vrederechter moet nauwkeuring onderzoeken welke handelingen de beschermde persoon nog zelf kan en welke niet, rekening houdende met alle omstandigheden eigen aan de beschermde persoon (persoonlijke omstandigheden, gezondheidstoestand, omvang van het vermogen etc.). Op die manier wordt het uitwerken van een bewind echt maatwerk.
De beschermde persoon wordt enkel handelingsonbekwaam voor de handelingen die de Vrederechter opsomt in de beschikking. Bekwaamheid is immers de regel, onbekwaamheid de uitzondering.
De wet voorziet een checklist van persoonsrechtelijke handelingen en een checklist van vermogensrechtelijke handelingen waarover de Vrederechter moet beslissen of de beschermde persoon er nog bekwaam toe is of niet. De Vrederechter kan echter ook uitspraak doen over handelingen die niet in de lijst staan opgenomen.
Persoonsrechtelijk:
Vermogensrechtelijk:
Opvallend in deze laatste lijst is dat enkel het aankopen van onroerende goederen wordt vermeld en niet het aankopen van roerende goederen. Deze kunnen uiteraard ook een grote impact hebben op het vermogen van een beschermde persoon (denk aan auto’s, meubels, multimedia toestellen etc.). Dit zal desgevallend moeten worden opgevangen door de Vrederechter in zijn beschikking.
Naast de handelingen waarvoor de beschermde persoon onbekwaam wordt verklaard, zal de Vrederechter ook aangeven of het bewind een regime van bijstand en/of ook van vertegenwoordiging omvat.
Start bewindvoering
De griffier moet de beschikking binnen de 3 dagen ter kennis brengen aan de aangestelde bewindvoerder.
Nu het optreden als bewindvoerder altijd een vrijwillige opdracht is, moet de bewindvoerder zijn opdracht binnen de 8 dagen na de beschikking aanvaarden. Vanaf de aanvaarding gaat zijn mandaat als bewindvoerder van start. Bij familiale bewindvoerders moet de aanvaarding worden geakteerd. Bij professionele bewindvoerders mag men uitgaan van aanvaarding, tenzij deze per kerende laten weten hun opdracht niet te kunnen aanvaarden.
Wanneer de aangestelde bewindvoerder zijn opdracht niet aanvaardt, zal de Vrederechter op eigen initiatief een nieuwe beschikking moeten verlenen, waarin een andere bewindvoerder wordt aangesteld. Pas wanneer er een aanvaarding van de opdracht door een bewindvoerder is, wordt de beschikking binnen 3 dagen ter kennis gebracht van de overige partijen.
De beschikking waarin de beschermingsmaatregel wordt georganiseerd, wordt ook gepubliceerd zodat allerlei instanties op de hoogte zijn van het feit dat er een bewindvoerder werd aangesteld. Zo wordt de beschikking gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en wordt deze overgemaakt aan de burgemeester van de woonplaats van de beschermde persoon voor opname in het bevolkingsregister.