Maand: december 2024
PDF

Voorrecht van rechtsmacht

Artikel 479 e.v. van het wetboek van strafvordering regelt de vervolging en het onderzoek tegen rechters wegens misdaden en wanbedrijven dewelke door hen gepleegd zijn buiten hun ambt. Artikel 483 e.v. regelt de misdaden en wanbedrijven dewelke gepleegd zijn in de uitoefening van hun ambt. Deze regels maken samen het “voorrecht van rechtsmacht” uit. Dit voorrecht houdt in dat magistraten na het plegen van een wanbedrijf of misdaad rechtstreeks voor het hof van beroep verschijnen in plaats van voor een rechtbank van eerste aanleg.

Ratio legis van het voorrecht van rechtsmacht

Ondanks de benaming beoogt het voorrecht van rechtsmacht niet zozeer een voorrecht, maar veeleer de verzekering van de onafhankelijkheid van magistraten alsook de goede rechtsbedeling.[1] Zij heeft een tweeledige doelstelling. Enerzijds wil zij de magistraten bescherming bieden tegen onverantwoorde beschuldigingen waaraan zij door hun functie kunnen worden blootgesteld. Anderzijds beoogt zij zowel het risico op straffeloosheid als (de schijn van) partijdigheid te vermijden. Deze (schijn van) partijdigheid zou immers kunnen rijzen wanneer magistraten berecht worden door hun naaste collega’s, deze collega’s bevinden zich aldus in een delicate positie dewelke ervoor kan zorgen dat zij strenger of net lakser optreden.[2] Om deze doelstellingen te bewerkstelligen werden de regels betreffende de voorrecht van rechtsmacht uitgewerkt.

Wat is voorrecht van rechtsmacht?

Het komt erop neer dat de magistraten worden onttrokken aan een berechting in eerste aanleg en onmiddellijk voor een hof van beroep verschijnen. Deze regels zijn van openbare orde zover zij afwijken van de normale regels inzake vervolging en berechting van misdrijven.[3]

Toepassingsgebied ratione personae

Artikel 479 wetboek van strafvordering (Sv) somt het toepassingsgebied ratione personae op voor de vervolging en het onderzoek wegens misdaden of wanbedrijven gepleegd buiten de uitoefening van hun ambt. Het nieuwe artikel 479 Sv voegt hier een uitzondering aan toe. Zij sluit namelijk de plaatsvervangende rechters, samen met rechters in ondernemingszaken alsook rechters/raadsheren in sociale zaken, uit van het toepassingsgebied.[4]

Ratio legis uitsluiting toepassingsgebied

Met het toevoegen van deze uitzondering aan het toepassingsgebied wenst de wetgever tegemoet te komen aan een aanbeveling van de Hoge Raad voor de Justitie. Deze had immers in een onderzoeksrapport daterend uit 2015 reeds voorgesteld om het toepassingsgebied ratione personae te beperken. Zij beoogde dat door de beperking enkel de personen die effectief en permanent belast zijn met de rechtsbedeling dit voorrecht zouden genieten.

De wetgever verantwoordt haar keuze door volgende motieven.

Allereerst zijn plaatsvervangende rechters en raadsheren slechts in bijkomende orde, en niet effectief en permanent, bij de rechtsbedeling betrokken. Deze beperkte aanwezigheid rechtvaardigt niet dat deze afwijkende procedure op hen van toepassing is.

Vervolgens neemt het ook onduidelijkheid weg bij de persoon die meent het slachtoffer te zijn van de handelingen. Deze kan door de hoedanigheid van de advocaat of notaris als plaatsvervangend magistraat de strafvordering immers niet op gang brengen door zich burgerlijke partij te stellen. Een eventuele medebeklaagde kan in dergelijk geval, wegens samenhang, geen hoger beroep aantekenen. Deze medebeklaagde is echter niet per se op de hoogte van de hoedanigheid van deze plaatsvervangende rechter of raadsheer.

Tot slot zorgt de uitsluiting van het toepassingsgebied er ook voor dat het aantal toepassingsgevallen van deze procedure zal verminderen.[5]

Inwerkingtreding en overgangsbepaling

Artikel 43 van de wet van 15 mei 2024 treedt op 28 november 2024 in werking.

Dezelfde wet voorziet in artikel 147 ook in een overgangsbepaling.

“Voor wat betreft de wijzigingen voorzien in artikel 43, voor de dossiers waarin voor de datum van inwerkingtreding van deze wet op een regelmatige wijze overeenkomstig de op dat ogenblik van toepassing zijnde bepalingen van boek II, titel IV, hoofdstuk III, van het Wetboek van strafvordering een gerechtelijk onderzoek gevorderd werd, gaat de kamer van inbeschuldigingstelling op het einde van het onderzoek over tot de regeling van de rechtspleging.

Indien de zaak voor de datum van inwerkingtreding van deze wet op een regelmatige wijze bij het hof van beroep aanhangig werd gemaakt, blijft dit hof bevoegd, zelfs wanneer geen van de inverdenkinggestelden een bij een misdrijf betrokken magistraat is in de zin van artikel 479 van het Wetboek van strafvordering zoals vervangen bij artikel 43.”[6]

[1] J. CONSTANT, “Crimes commis par les juges”, Les Novelles, Procédure pénale, t. II, vol. 2, 35, nr. 3.

[2] Cass. 19 juli 1897, Pas. 1897, I, 265.

[3] R. VERSTRAETEN, “Voorrecht van rechtsmacht” in Strafrecht voor rechtspractici, IV, Leuven, Acco, 1991, 98; J. DE CODT, “De vervolging van magistraten”, Statuut en deontologie van de magistraat, Brugge, die Keure, 2000, 152.

[4] Artikel 43 wet van 15 mei 2024 houdende bepalingen inzake digitalisering van justitie en diverse bepalingen II, BS 28 mei 2024, 65421.

[5] Orde van Vlaamse Balies, Wet van 15 mei 2024 houdende bepalingen inzake digitalisering van justitie en diverse bepalingen II (B.S. 28 mei 2024) – voorrecht van rechtsmacht (artikel 479 Sv.), 6 juni 2024, nota OVB, https://www.ordevanvlaamsebalies.be/nl/fetch-asset?path=ovb/20240606_Digitaliseringswet-II-en-voorrecht-van-rechtsmacht.pdf.

[6] Artikel 147 wet van 15 mei 2024 houdende bepalingen inzake digitalisering van justitie en diverse bepalingen II, BS 28 mei 2024, 65421.

PDF

Save the date:

Donderdag 27 maart 2025


Credit Expo België is een jaarlijkse beurs waarbij verscheidene producten en diensten op het gebied van creditmanagement worden gepresenteerd. Ook kunnen bezoekers inspiratie en
kennis opdoen tijdens interessante seminaries die diverse facetten van het creditmanagement behandelen.



STUDIO | LEGALE is een trouwe partner van Credit Expo België en zal ook ook dit jaar opnieuw aanwezig zijn met een stand. We zullen dit jaar de nadruk leggen op onze eigen ‘sales to cash’ software die we aanbieden, een onmisbare tool voor Uw creditmanagement!

Neem contact als u ons wil bezoeken op de stand of als u al wat meer info wil over onze unieke software en diensten!

Mtr. Joost PEETERS zal bovendien naar goede gewoonte gastspreker zijn van één van de seminaries.

Credit Expo België wordt georganiseerd in:
De Montil’ te Affligem.


#creditexpobelgie #creditexpo2025 #creditexpo2024 #creditexpo2023 #creditexpo2022 #creditexpobelgie2024 #creditmanagement #seminaries #demontil #affligem #incasso

PDF

WIJ ZIJN OP ZOEK!

ZOEKENDE ZO ZIJN WIJ!

ZIE ONS ZOEKEN!

We zijn dus op zoek naar een geweldige collega voor onze administratie!

Ervaring in bewindvoeringen en faillissementen zijn een pluspunt maar geen must!

Ben je gedreven en leergierig?

Ben jij een nauwkeurige administratieve duizendpoot met een hart voor mensen in kwetsbare situaties? Wil je bijdragen aan een belangrijke maatschappelijke rol? Dan is deze functie iets voor jou!

Talenkennis: Nederlands is een must, Frans & Engels zijn een plus.


TAKEN

▫️ Opvolgen facturen en betalingen;

▫️ Telefonie en contacten met cliënten en pupillen;

▫️ Dictaat / typeopdrachten;

▫️ Opvolging dossiers, digitaliseren;

▫️ Inkomende e-mails en briefwisseling;

▫️ Verwerking inkomende en uitgaande post;

▫️ Agendabeheer;

▫️ Klassement/archivering van dossiers.


WIJ BIEDEN

▫️ Uitgebreid takenpakket met “on-job-learning”;

▫️ Leuke moderne bedrijfsstructuur;

▫️ Eigen plaatsje in gezellige werkplek met de beste collega’s;

▫️ Zeer goede koffie of cappuccino!

▫️ Een boeiende en gevarieerde functie in een maatschappelijk betrokken organisatie;

▫️ Een marktconform salaris en extralegale voordelen;

▫️ Opleidingsmogelijkheden en professionele ondersteuning.


INTERESSE?

Stuur uw cv en motivatie naar ✉️ [email protected].

 

PDF

❕Wij zijn op zoek ❕ naar een 🎓 Student Rechten of Rechtspraktijk

Wij zijn op zoek naar gemotiveerde en enthousiaste studenten rechten of rechtspraktijk die ons team van advocaten kunnen ondersteunen en versterken bij het onthaal en telefonie van ons kantoor. Dit biedt u de gelegenheid om kennis te maken met het reilen en zeilen van een advocatenkantoor. Wij bieden u een zeer dynamische werkplek waar collegialiteit en teamspirit hoog in het vaandel wordt gedragen.


Wat verwachten wij?

▫️ Must- blind-typen;

▫️ Interesse in de juridische sector en bereidheid om bij te leren;

▫️ Nauwkeurigheid en een klantgerichte houding;

▫️ Nederlands is een must, Frans en Engels zijn een plus.



Wat bieden wij?

▫️ Een dynamische werkplek waar collegialiteit en teamspirit centraal staan;

▫️ Flexibele werkuren die afgestemd zijn op u studie en examens;

▫️ Een mooie kans om uw juridische kennis te verrijken én iets bij te verdienen.



Interesse?

Stuur uw cv en motivatie naar ✉️ [email protected].



#werk
#vacature #job #hiring #werkwerkwerk #administratief #administratiefbediende #advocatenkantoor #dictaat #klantvriendelijk #fulltime #interim #ikzoekwerk #werken #antwerpen #wilrijk #antwerpenzuid #nieuwzuid #provincieantwerpen

PDF

OOK DE BURGERLIJKE RECHTER ONTSNAPT NIET AAN DE TOEPASSING VAN DE GDPR

Met het arrest van 2 maart 2023[1] heeft het Hof van Justitie verduidelijkt dat de Algemene Verordening Gegevensbescherming (GDPR) ook van toepassing is op burgerlijke procedures. Dit betekent dat nationale rechters bij de beoordeling van verzoeken om bewijsstukken over te leggen die persoonsgegevens bevatten, verplicht zijn rekening te houden met de GDPR-bepalingen. In hoeverre kan de GDPR een argument worden om bepaalde nadelige bewijsstukken buiten de procedure te houden?

Feiten

Een Zweedse bouwheer van een kantoorgebouw ging niet akkoord met de door de aannemer gefactureerde uren van diens personeel. Volgens de bouwheer waren de effectief gepresteerde uren een stuk lager dan de uren die werden gefactureerd. Om het bewijs hiervan te kunnen leveren, vroeg de bouwheer in de procedure aan de rechter om het personeelsregister van de aannemer over te maken. Iets wat door de aannemer niet kon, gelet op de bepalingen van de GDPR. Het Zweedse Hooggerechtshof stelde vervolgens twee prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie.

Beoordeling Hof

Het Hof stelde vast dat de verwerking van persoonsgegevens door de rechterlijke macht binnen het materiële toepassingsgebied van de GDPR valt. De verplichting om bewijsstukken over te leggen die persoonsgegevens bevatten, kan dan ook worden beschouwd als een verwerking in de zin van de GDPR.[2]

Conform artikel 6 van de GDPR dient elke verwerking van persoonsgegevens te steunen op een rechtvaardigingsgrond, wat volgens het Hof een bepaling kan zijn uit het nationale procedurerecht. Éen van die rechtvaardigingsgronden is dat de verwerking noodzakelijk is voor de vervulling van een taak van algemeen belang of van een taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag dat aan de verwerkingsverantwoordelijke is opgedragen. De rechterlijke macht kwalificeert volgens het Hof dus terecht als een ‘taak van algemeen belang’ en kan onder bepaalde omstandigheden persoonsgegevens verwerken zonder de voorafgaande toestemming van betrokkenen.

De nationale rechter zal steeds geval per geval in concreto moeten nagaan of het opportuun is dat bepaalde documenten met persoonsgegevens moeten worden overgemaakt. Hij zal een belangenafweging moeten maken tussen enerzijds de bescherming van persoonsgegevens en anderzijds het recht dat een partij heeft op toegang tot bewijs om zijn of haar aanspraken te kunnen staven.

Het evenredigheidsbeginsel en beginsel van minimale gegevensverwerking[3] moeten de rechter leiden om die belangenafweging correct in te vullen. Indien er andere bewijzen kunnen worden aangeleverd die minder persoonsgegevens bevatten of indien bepaalde namen kunnen worden geanonimiseerd en het nagestreefde doel hierbij ook wordt bereikt, dan heeft die optie steeds de voorkeur. De rechter wordt geacht om, indien mogelijk, minder ingrijpende middelen te gebruiken, zoals:

  • Het overleggen van alternatieve bewijsstukken die minder persoonsgegevens bevatten;
  • Het anonimiseren van betrokken personen;
  • Het beperken van de toegang tot bepaalde persoonsgegevens voor het publiek.

Besluit

Sinds de invoering van het vernieuwde bewijsrecht in België per 1 november 2020 zijn partijen wettelijk verplicht om mee te werken aan de bewijsvoering. Dit brengt mogelijk complicaties met zich mee in situaties waarin persoonsgegevens worden gevraagd. De GDPR dwingt rechters echter om hierin terughoudend te zijn, wat de vraag oproept of de waarheidsvinding door de GDPR beperkt wordt. De rechter dient dit spanningsveld met zorg te hanteren en steeds te zoeken naar een evenwichtige oplossing.

Het Hof van Justitie maakt met dit arrest duidelijk dat de GDPR ook in civiele procedures niet genegeerd kan worden. Hoewel het recht op bescherming van persoonsgegevens gewaarborgd moet blijven, mag dit niet automatisch leiden tot het achterhouden van bewijsstukken die persoonsgegevens bevatten. Dit zou de zoektocht naar de waarheid onnodig belemmeren. De rechter moet altijd onderzoeken of minder ingrijpende maatregelen mogelijk zijn, zoals getuigenverklaringen, het anonimiseren van persoonsgegevens of het beperken van de publieke toegang tot bepaalde gegevens.

Als advocaten staan wij kritisch tegenover het gebruik van de GDPR als argument of excuus om belastend bewijs te verbergen. Transparantie en een eerlijke rechtsgang vereisen dat alle relevante feiten in overweging worden genomen. Het niet verstrekken van bewijs zou dan ook slechts in uitzonderlijke situaties aanvaardbaar moeten zijn. Onze voorkeur gaat uit naar openheid en waarheidsvinding, waarbij waar mogelijk met respect voor de privacybescherming wordt omgegaan.

Indien u na het lezen van dit artikel nog vragen hebt, aarzel dan niet om ons te contacteren via [email protected] of 03 216 70 70.

 

Juridische bronnen:

  • VERORDENING (EU) 2016/679 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming);
  • 2 maart 2023, C-268/21,
  • ALLEMEERSCH, “Rechters die overlegging van stukken bevelen, moeten GDPR naleven”, RW 2022-23, nr. 36, 6 mei 2023;

[1] HvJ. 2 maart 2023, C-268/21

[2] B. ALLEMEERSCH, “Rechters die overlegging van stukken bevelen, moeten GDPR naleven”, RW 2022-23, nr. 36, 6 mei 2023

[3] Artikel 5.c) GDPR

Hoofdwebsite Contact
afspraak maken upload






      GDPR proof area
      Upload uw documenten





      sleep uw documenten naar hier of kies bestand


      sleep uw briefwisseling naar hier of kies bestand











        Benelux (€... )EU (€... )Internationaal (prijs op aanvraag)

        Door de aanvraag in te dienen, verklaart u zich uitdrukkelijk akkoord met onze algemene voorwaarden en bevestigt u dat u onze privacyverklaring aandachtig heeft gelezen. Het verzenden van deze aanvraag geldt als een opdrachtbevestiging.
        error: Helaas, deze content is beschermd!