Maand: november 2018
PDF

Inleiding

In het onderzoek rond de voetbalfraude, werd door het federaal parket en één van de verdachte makelaars een spijtoptantenregeling afgesloten. Maar wat wil dit nu concreet zeggen? Volgens de media gaat het om de allereerste spijtoptant in België, maar dit moet met een korrel zout genomen worden.

Want echt helemaal nieuw is het principe binnen het Belgisch strafrecht niet. Zo voorziet artikel 326 van het Belgisch strafwetboek bijvoorbeeld al in een strafuitsluiting voor een schuldige die in de planningsfase van een aanslag alles opbiecht bij de overheid. Ook in artikel 6 van de Drugswet is een strafuitsluiting of strafvermindering voorzien voor de daders die de identiteit meedelen van andere nog niet geïdentificeerde daders in een strafonderzoek.

Het is wel correct dat de spijtoptant pas bij wet van 22 juli 2018 als algemeen principe werd ingevoegd in het Belgische wetboek van Strafvordering. En dus niet meer her en der in het wetboek bij welbepaalde misdrijven. De nieuwe regels voorzien wel dat er enkel kan gebruik gemaakt worden voor de spijtoptantenregeling voor de zogezegde zwaardere criminele feiten, waarvoor ook bijvoorbeeld telefoontaps en inkijkoperaties mogelijk zijn.

Wat is een spijtoptant?

Een spijtoptant is een persoon die in ruil voor een lichtere bestraffing of een andere gunstmaatregel, belastende verklaringen aflegt over anderen en eventueel over zichzelf. Een principe dat het publiek uit de Amerikaanse films en series kent. Maar ook in Europa kennen de meeste landen een regeling voor spijtoptanten, zoals in Italië, Nederland, Duitsland, Oostenrijk, Frankrijk en het Verenigd Koningrijk.

Hoe en wanneer komt het tot stand?

Enkel het openbaar ministerie kan beslissen of de inzet van een spijtoptant noodzakelijk en wenselijk is en dit met het voorafgaand akkoord van de procureur-generaal.

Uit de betreffende wetsartikelen blijkt helaas niet hoe een spijtoptantschap kan geïnitieerd worden. De strikte lezing van de wet stelt dat het initiatief van het openbaar ministerie zou uitgaan, maar uiteraard zal het in de praktijk vooral de verdachte zelf zijn, met behulp van zijn advocaat, die deze mogelijkheid zal op tafel leggen bij de parketmagistraat.

Volgens de wet kan er gebruik gemaakt worden van een elke fase van de strafprocedure, zelfs na de definitieve bestraffing.

De voorwaarden voor de regeling

De spijtoptantenregeling is onderworpen aan het zogenaamde principe van de subsidiariteit. Dit wil zeggen dat het enkel kan worden toegepast wanneer het onderzoek dit vereist en indien de overige middelen van het onderzoek niet volstaan voor de waarheidsvinding. De regeling mag dus enkel gebruikt worden als zogenaamd laatste redmiddel. Het is dus niet de bedoeling dat de spijtoptant een aanvulling wordt op de klassieke onderzoeksmaatregelen, maar enkel bij uitzondering wordt aangewend. In deze verschilt het wezenlijk van wat we dagelijks zien in de Amerikaanse films, waarbij elke verdachte een deal lijkt voorgeschoteld te krijgen in ruil voor medewerking.

Hieruit volgt dat de onderzoeksmagistraat eerst alle voor handen zijnde onderzoeks­maatregelen moet aanwenden om een misdrijf uit te klaren, alvorens hij toegevingen kan gaan doen aan een verdachte. Pas als het onderzoek volledig strop zit, kan de procureur des Konings zijn toevlucht nemen tot de spijtoptant.

De formalisering van de regeling

Zodra er een akkoord wordt bereikt, wordt er een schriftelijke overeenkomst gesloten tussen de spijtoptant en de bevoegde procureur des Konings. In dit zogenaamde ‘memorandum’ moeten minstens volgende gegevens uitdrukkelijk en nauwkeurig omschreven worden:

  • Identiteit van de spijtoptant en de identiteit van de advocaat die de spijtoptant bij het sluiten van het memorandum bijstaat (kan dus nooit anoniem)
  • De feiten waarover de spijtoptant zich bereid verklaart een getuigenis af te leggen
  • De toezeggingen aan de spijtoptant
  • De voorwaarden die in het kader van het akkoord eventueel aan de spijtoptant wordt opgelegd.

Het memorandum wordt opgenomen in het strafdossier en wordt niet afgeschermd van de andere verdachten in het onderzoek. De reden hiervoor is dat er anders een schending zou zijn van de rechten van verdediging van diegene waarover de spijtoptant informatie heeft gegeven. Zij hebben recht op tegenspraak, wat wil zeggen dat zij het recht hebben om te weten welke informatie er door wie gegeven werd in het strafdossier.

Alle partijen hebben ook het recht om te weten wat de spijtoptant in ruil voor zijn medewerking heeft gekregen. Zo kunnen zij, maar ook de correctionele rechter, in alle openheid beoordelen hoe de verklaringen tot stand zijn gekomen. Alle partijen moeten immers de mogelijkheid krijgen om de geloofwaardigheid en de betrouwbaarheid van de spijtoptant te betwisten.

Het is immers niet ondenkbaar dat een spijtoptant leugenachtige verklaringen aflegt enkel en alleen om zichzelf daarmee een gunst te bewijzen. Om die redenen is er een recht op tegenspraak, maar daarnaast mag de veroordeling van anderen niet uitsluitend gebaseerd worden op de enkele verklaring van een spijtoptant. Deze verklaring moet nadien gestaafd worden door ander objectief bewijsmateriaal. Het gaat dus om zogezegd ‘steunbewijs’, wat wil zeggen dat de enkele verklaring van een spijtoptant nooit voldoende kan zijn om tot een veroordeling te komen.

Welke toezeggingen zijn er mogelijk?

De procureur des Konings is bij elke toezegging gebonden aan het proportionaliteitsbeginsel. Dit wil zeggen dat de toegeving in verhouding moet staan met wat de spijtoptant kan bijbrengen. Het toe te kennen voordeel moet steeds afgewogen worden tegen het gepleegde misdrijf en het eventuele aandeel van de spijtoptant hierin.

In de fase van de strafvordering

  • Het opleggen van een lagere straf
  • Het opleggen van een alternatieve straf of de eenvoudige schuldigverklaring

In de fase van de strafuitvoering

  • Gunstig advies in het kader van de strafuitvoering (voor voorwaardelijke invrijheidsstelling)
  • Toezegging van uitgaansvergunning of penitentiair verlof

In de fase van de detentie (voorhechtenis of strafuitvoering)

  • Plaatsing en overplaatsing naar een andere gevangenis

De wetgever heeft vanaf het begin duidelijk gemaakt dat het onmogelijk is om als ruil voor medewerking de opheffing van de voorlopige hechtenis of het gevangenschap te verkrijgen. Het spijtoptantschap zal dus nooit rechtstreeks kunnen leiden tot een onmiddellijke vrijlating.

De spijtoptant zal wel nog steeds de slachtoffers van zijn misdrijven moeten vergoeden. Meer zelfs, door het ondertekenen van het memorandum wordt er voor de spijtoptant een onweerlegbaar vermoeden van een burgerlijke fout vastgelegd. Dit wil zeggen dat hij door het aanvaarden van de regeling, zijn burgerlijke fout expliciet erkent en later op geen enkele manier meer kan betwisten.

Controle door de rechter

De correctionele rechter moet, voor de spijtoptanten die een regeling treffen in de fase van de strafvordering, het memorandum bekrachtigen. De rechter moet steeds een vervangende straf uitspreken, voor het geval de spijtoptant het memorandum niet zou nakomen.

Herroeping van de regeling

De wet voorziet dat de getroffen regeling herroepen kan (maar niet moet) worden in welbepaalde gevallen. De herroeping is mogelijk wanneer de verdachte het memorandum niet naleeft, niet de beloofde verklaringen aflegt, nadien nog nieuwe misdrijven pleegt, de slachtoffers niet vergoedt, de afgelegde verklaringen niet waarheidsgetrouw blijken te zijn of de strafvervolging bewust heeft willen dwarsbomen.

Besluit

De spijtoptantenregeling als vernieuwing bestempelen is de waarheid geweld aan doen. Het bestond reeds in zowat heel de Europa en zelfs al her en der in onze eigen strafwetgeving.

De echte vernieuwing is dat het in België nu eindelijk volledig juridisch werd uitgewerkt en meteen ook werd afgetoetst aan de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Zo is er voldoende nadruk gelegd op transparantie, het recht van verdediging en het recht op een eerlijk proces. Bovendien is er een, weliswaar beperkte, controle voorzien door een rechter.

De vraag met dergelijke nieuwigheden is niet zozeer of ze de juridische toets doorstaan, maar wel of ze de toets doorstaan van de publieke opinie. De wetgever heeft in de wetsartikelen alleszins een ongeziene controle ingebouwd op de procureur des Konings, door zowel de procureur-generaal, de federale procureur, als het Parlement. Dit geeft aan dat het om een politiek moeilijke beslissing ging en dat er voldoende paraplu’s werden ingebouwd voor moest het mislopen. De praktijk zal uitwijzen in welke mate de spijtoptant zijn plaats zal veroveren binnen het Belgische strafrecht.

 Moest u nog vragen hebben, aarzel niet om onze specialisten ter zake te contacteren:  [email protected]

Media Artikels Pers:
http://www.standaard.be/cnt/dmf20181120_03966770
https://www.demorgen.be/s/axf459550/MueKV
https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2018/11/20/veljkovic/
https://www.hln.be/sport/voetbal/belgisch-voetbal/spelersmakelaar-en-spijtoptant-veljkovic-vrij-onder-strenge-voorwaarden-na-deal-met-gerecht-hij-gaat-alles-uit-de-doeken-doen~af459550/
http://www.gva.be/cnt/dmf20181120_03966771/spelersmakelaar-veljkovic-gaat-samenwerken-met-gerecht-in-onderzoek-naar-wanpraktijken-in-voetbal

PDF

Elektronische facturatie

Op 22 juli 2010 werd een Europese richtlijn[1] uitgevaardigd die het mogelijk maakt om elektronisch te factureren. Deze richtlijn werd in 2012 door de Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde[2] omgezet in de Belgische wetgeving (Wetboek belasting over de toegevoegde waarde, hierna Wetboek BTW).

Een elektronische factuur wordt in artikel 1, §13, 2° Wetboek BTW omschreven als “een factuur die de in het Wetboek en zijn uitvoeringsbesluiten voorgeschreven gegevens bevat en in om het even welke elektronische vorm wordt uitgereikt en ontvangen”.

Artikel 60, §5 van het Wetboek BTW stelt dat een elektronische factuur moet voldoen aan enkele voorwaarden. De authenticiteit van de herkomst, de integriteit van de inhoud en de leesbaarheid van de factuur worden vanaf het tijdstip waarop de factuur wordt uitgereikt tot het einde van de bewaartermijn, gewaarborgd.

De authenticiteit omvat de identiteit van de leverancier van de goederen of diensten of van de betrokkene die de factuur heeft uitgereikt. De integriteit van de inhoud wordt gewaarborgd indien de inhoud die is voorgeschreven door de toepasselijke regels inzake de facturering, geen wijzigingen heeft ondergaan. Tot slot moet ook de leesbaarheid van de factuur worden gewaarborgd. (art. 60, §5 Wetboek BTW)

Op welke wijze aan deze voorwaarden inzake authenticiteit, integriteit en leesbaarheid wordt voldaan, wordt door de belastingplichtige bepaald. Artikel 60, §5 bepaalt dat elke bedrijfscontrole, bijvoorbeeld een correct gevoerde boekhouding, die een betrouwbaar controlespoor tussen een factuur en een levering van een goed of een dienst aantoont, kan als waarborg worden gebruikt.

Het is evenwel slechts mogelijk om elektronisch te factureren indien de afnemer van de factuur hiermee heeft ingestemd (artikel 53, §2 Wetboek BTW). Men kan bijgevolg een elektronische factuur weigeren.

In relatie met een consument is het bovendien niet toegestaan om een extra bedrag aan te rekenen indien de betrokken consument een elektronische factuur weigert (Artikel VI.83, 33° Wetboek van economisch recht). Op de vraag of het aanrekenen van extra kosten in relatie met een onderneming wel is toegestaan, werd er in een parlementaire vraag en antwoord gesteld dat er geen maatregelen worden genomen om dit te verbieden.[3]

Wij zijn van mening dat hiervoor een beperkte extra kost kan worden aangerekend, mits deze overeenstemt met de werkelijke kost en ondubbelzinnig wordt opgenomen in de algemene voorwaarden.

Er is tot slot een gedragscode opgesteld voor elektronische facturatie. Deze gedragscode kan online worden geraadpleegd en ondertekend.[4]

 
Moest u nog vragen hebben, aarzel niet om onze specialisten ter zake te contacteren:  [email protected]
 

[1] Richtl. Raad nr. 2010/45/EU, 13 juli 2010 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat de factureringsregels betreft, Pb.L. 22 juli 2010.

[2] Wet 17 december 2012 tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde, BS 21 december 2012.

[3] Vr. en Antw. Kamer 2014-2015, 7 september 2015, nr. 0341 (Vr: Leen Dierick, antw: vice-eerste minister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel van 01 september 2015).

[4] www.efacturatie.belgium.be/nl/gedragscode

——————————————————————————————

Facturation électronique

Le 22 juillet 2010, une directive européenne[1] a été adoptée permettant la facturation électronique. Cette directive a été transposée dans la législation belge[2] (le Code de la taxe sur la valeur ajoutée, ci-après le Code de la TVA) en 2012 par la loi modifiant la taxe sur la valeur ajoutée.

Une facture électronique est définie à l’article 1, §13, 2° du Code de la TVA comme « la facture qui contient les informations exigées par le Code et les arrêtés pris

pour son exécution et qui a été émise et reçue sous une forme électronique, quelle qu’elle soit ».

 

L’article 60,§5 du Code de la TVA prévoit qu’une facture électronique doit remplir certaines conditions. L’authenticité de l’origine, l’intégrité du contenu et la lisibilité de la facture sont garanties à partir du moment de l’émission de la facture et jusqu’à la fin de la période de sa conservation.

L’authenticité inclut l’identité du fournisseur des biens ou des services ou de la personne qui a émis la facture. L’intégrité du contenu est garantie si le contenu prescrit par les règles de facturation applicables n’a subi aucune modification. Enfin, la lisibilité de la facture doit également être garantie. (art. 60,§5 du Code de la TVA)

La manière dont ces conditions d’authenticité, d’intégrité et de lisibilité sont remplies,  est déterminée par l’assujetti. L’article 60, §5 prévoit que tout contrôle de gestion, par exemple une  bonne tenue de la comptabilité, qui établit une piste d’audit fiable entre une facture et une livraison de biens ou une prestation de services, est de nature à donner cette assurance.

Toutefois, la facturation électronique n’est possible que si le destinataire de la facture y a consenti (article 53, §2 du Code de la TVA). Il est donc possible de refuser une facture électronique.

En outre, dans la relation avec un consommateur, ce n’est pas autorisé de facturer un montant supplémentaire si le consommateur concerné refuse une facture électronique (article VI.83, 33° Code de droit économique). Quant à la question de savoir si l’imputation de frais supplémentaires à une entreprise est autorisée, une question et une réponse parlementaires ont indiqué qu’aucune mesure n’est prise pour l’interdire.[3]

Nous estimons qu’un montant supplémentaire limité peut être facturé à condition qu’il corresponde au coût réel et qu’il soit inclus sans ambiguïté dans les conditions générales de vente.

Enfin, un code de conduite a été élaboré pour la facturation électronique. Ce Code de Conduite peut être consulté et signé en ligne.[4]

 
Si tout cela n’était pas suffisamment clair, ou si vous deviez vous poser d’autres questions, n’hésitez pas à prendre contact avec nos spécialistes.
 

[1] Directive 2010/45/UE du Conseil du 13 juillet 2010 modifiant la directive 2006/112/CE relative au système commun de taxe sur la valeur ajoutée en ce qui concerne les règles de facturation, Pb.I., 22 juillet 2010.

[2] Loi du 17 décembre 2012 modifiant le Code de la taxe sur la valeur ajoutée, M.B., 21 décembre 2012.

[3] Question en réponse Chambre 2014-2015, 7 septembre 2015, n° 0341 (Question: Leen Dierick, réponse: vice-premier ministre et ministre du Travail, Economie et des Consommateurs, chargé du commerce extérieur du 01 septembre 2015.

[4] https://efacture.belgium.be/fr

——————————————————————————————

Electronic invoicing

On July 22, 2010, an European directive[1] to enable electronic invoicing was adopted. In 2012, this directive has been transposed in Belgian legislation by means of the “Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde”[2]. (known as the “Wetboek belasting over de toegevoegde waarde”, which translates to Value Added Tax Code  hereafter referred to as: “VAT Code”)

An electronic invoice is defined by article 1, §13, 2° VAT Code as “an invoice that contains the information required in the Code and the implementation acts and which gets issued and received in any electronic format.”

 

Articl 60, §5 VAT Code issues a few requirements an electronic invoice has to meet. The authenticity of the origin, the integrity of the content and the legibility of an invoice shall be ensured from the point in time of issue until the end of the period for storage of the invoice.

Authenticity of the origin means the assurance of the identity of the supplier or the issuer of the invoice. The integrity of the content is ensured when the content required according to the applicable regulations regarding invoicing, has not been altered. Lastly, the legibility of the invoice has to be ensured. (art. 60, §5 VAT Code)

Each taxable person shall determine the way to ensure the authenticity of the origin, the integrity of the content and the legibility of the invoice. Article 60, §5 VAT Code stipulates that any business controls, by example properly implemented accounts, which create a reliable audit trail between an invoice and a supply of goods or services, can be used as a guarantee.

 

However, the use of electronic invoicing is subject to acceptance by the recipient of the invoice (article 53, §2 VAT Code). Consequently, an electronic invoice can be rejected.

In addition, in consumer-relations it’s not permitted to impose an additional in case of rejection of an electronic invoice by the consumer (Art. VI.83, 33° WER). The question whether charging of additional fees to enterprises is allowed, was answered in a parliamentary question and response by stating they aren’t taking measurements to prohibit charging that kind of fees to enterprises.[3]

We believe charging a limited additional fee should be deemed possible, as long as this fee corresponds to the actual cost and is included unambiguously in the Terms and Conditions.

Lastly, an Code of Conduct has been adopted in regards to electronic invoicing. This Code can be consulted and signed online.[4]

For more information, please contact our specialists: [email protected]

 

[1] Council Directive 2010/45/EU of 13 July 2010 amending Directive 2006/112/EC on the common system of value added tax as regards the rules on invoicing, Pb. L. 22 July 2010.

[2] Wet 17 december 2012 tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde, BS 21 december 2012.

[3] Vr. en Antw. Kamer 2014-2015, 7 september 2015, nr. 0341 (Vr: Leen Dierick, antw: vice-eerste minister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel van 01 september 2015)

[4] https://efactuur.belgium.be/nl/gedragscode

PDF

 
Wij zijn geen nichekantoor, maar bieden een doorgedreven specialisatie aan in een heel aantal rechtsdomeinen. We begeleiden graag ondernemingen van A-Z.
Er wordt steeds een brede opleiding aangeboden in het burgerlijk en handelsrecht, doch de nadruk wordt gelegd op volgende rechtstakken :
 

  • Vennootschapsrecht
  • GDPR
  • Faillissements- en insolventierecht

 
 
Wij zoeken een zeer gemotiveerde en enthousiaste werkkracht, die klaar is voor de uitdagingen waar de moderne advocatuur momenteel voorstaat.
 
Wij verwachten van u een zelfstandige en initiatiefrijke werkhouding, met een goede juridische kennis, pragmatisch denkvermogen en oog voor detail.
 
We hechten veel belang aan talenkennis (Engels en Frans).
 
 
Wij bieden een zeer dynamische werkplek waar collegialiteit en teamspirit hoog in het vaandel worden gedragen.
 
U mag een correcte vergoeding en een degelijke opleiding verwachten, waarbij ruimte wordt gelaten om uw eigen dossiers te behandelen.
 
Contact :
 
Elke Willems
[email protected]
03/216.70.70

PDF

TAKEN

  • Facturatie
  • Verwerken van facturen in boekhouding
  • Betalingen (facturen leveranciers, facturen personeel, doorstortingen in dossiers,…)
  • Opvolgen en contacteren van wanbetalers
  • Derdengeldrekening beheren (doorstortingen)
  • Incassodossiers opvolgen (ingebrekestellingen, betwistingen, factureren,…)
  • Opstellen en indienen van aangiftes van schuldvorderingen
  • Betalingen en facturatie in faillissementsdossiers en bewindvoeringen
  • Bestellingen leveranciers

PROFIEL

  • Blindtypen
  • Gestructureerd en nauwkeurig
  • Sterk in cijfers
  • Gedreven, zelfstandig maar tegelijkertijd ook sterk in het samenwerken
  • Flexibel
  • Nederlandse, Franse en Engelse talenkennis
  • IT-vaardigheden (MS OFFICE)

AANBOD

  • Voltijdse tewerkstelling
  • Indiensttreding : zo snel mogelijk
  • Dagwerk – uren overeen te komen
  • Correcte verloning
  • Aangename werksfeer

CONTACT
 
Elke Willems
[email protected]
03/216.70.70

Hoofdwebsite Contact
afspraak maken upload






      GDPR proof area
      Upload uw documenten





      sleep uw documenten naar hier of kies bestand


      sleep uw briefwisseling naar hier of kies bestand











        Benelux (€... )EU (€... )Internationaal (prijs op aanvraag)

        Door de aanvraag in te dienen, verklaart u zich uitdrukkelijk akkoord met onze algemene voorwaarden en bevestigt u dat u onze privacyverklaring aandachtig heeft gelezen. Het verzenden van deze aanvraag geldt als een opdrachtbevestiging.
        error: Helaas, deze content is beschermd!